Rechtspraak
Uitspraakdatum
04-06-2012
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3606
Zaaknummer
6118
Inhoudsindicatie
Verwijt van klaagster zonder opdracht van haar te hebben opgetreden, ongegrond. Verweerder trad op voor gezamenlijke erfgenamen met expliciete uitsluiting van klaagster.
Uitspraak
Beslissing van 4 juni 2012
in de zaak 6118
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klagers
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 9 mei 2011, onder nummer M180-2010, aan partijen toegezonden op 10 mei 2011, waarbij een klacht van klagers tegen verweerder ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klagers van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 7 juni 2011 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken van de eerste aanleg.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 2 april 2012, waar verweerder is verschenen. Verweerder heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.
3 KLACHT
3.1 De klacht luidt als volgt:
Verweerder heeft niet gehandeld zoals een behoorlijk advocaat betaamt door:
- zonder klagers in te lichten als advocaat namens klaagster sub 2 op te treden;
- klagers geen concepten toe te zenden van de brieven/stukken die hij als advocaat namens klaagster sub 2 opstelde noch kopieën van namens klaagster sub 2 verzonden brieven/stukken;
- in een brief aan klager sub 1 in strijd met de waarheid te verklaren dat hij niet als advocaat namens klaagster sub 2 optrad.
4 FEITEN
In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klagers tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Hertogenbosch, gewezen onder nummer M 180-2010.
Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, J.C. van Oven, J.G. Vegter-Fieten en L. Ritzema, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2012.