Rechtspraak
Uitspraakdatum
10-09-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3917
Zaaknummer
R. 4028/12.162
Inhoudsindicatie
Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat klagers ter zake de klacht, ieder voor zich of gezamenlijk, rechtstreeks in hun belang zijn getroffen.
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
De voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam d.d. 20 augustus 2012, door de raad ontvangen op 21 augustus 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.
1.1 Verweerder is naast advocaat tevens portefeuillehouder Cassatiebalie als lid van de Raad van Toezicht voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.
1.2 Verweerder heeft namens de deken voor de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden een brief gedateerd 30 januari 2012 opgesteld en verzonden naar cliënten van mr. G.
1.3 Aan mr. G. is in vijf tuchtrechtelijke zaken door het Hof van Discipline op 13 januari 2012 de maatregel van schrapping van het tableau opgelegd.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.
2.2 Meer in het bijzonder verwijten klagers verweerder dat hij ongevraagd een advocaten-aanbevelingslijstje aan de cliënten van mr. G. heeft doen toekomen. Door deze handelwijze is maatschappelijke onrust ontstaan onder justitiabelen en onder andere rechtshulpverleners. Voorts is onvoldoende toegezien op een goede vorm van voldoende toevoegingmogelijkheden.
3 BEOORDELING
3.1 De Advocatenwet heeft niet een klachtrecht in het leven geroepen voor een ieder, doch slechts voor degene die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn of haar belang is of kan worden getroffen. Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure vereist is, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken.
3.2 Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat klagers ter zake de klacht, ieder voor zich of gezamenlijk, rechtstreeks in hun belang zijn getroffen.
3.3 In een brief van 14 maart 2012 aan de Deken schrijven klagers dat de klacht “zich ook richt tegen de Deken”. Dit wordt niet nader toegelicht, zodat ook hierom hieraan verder voorbij gegaan wordt.
3.4 Ten overvloede wordt opgemerkt dat het verzenden van de brief van 30 januari 2012 juist getuigt van een adequate taakvervulling door of namens de Deken.
3.5 Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk niet-ontvankelijk te worden verklaard.
4 BESLISSING
Wijst de klachtonderdelen als kennelijk niet-ontvankelijk af.
Adus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 10 september 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 10 september 2012 per aangetekende post verzonden aan:
- klagers
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.
Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klagers en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.