Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-06-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2892

Zaaknummer

12-37

Inhoudsindicatie

Samenvatting tuchtrecht.nl: verwijt dat advocaat aan klager sommatiebrieven heeft laten uitgaan zonder dat zij van de cliënten namens wie zij dat deed opdracht had gekregen gegrond. Enkele waarschuwing.

Uitspraak

Beslissing van 11  juni 2012

in de zaak 12-37

naar aanleiding van de klacht van:

klager

tegen:

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 28 februari 2012 met kenmerk RvT 1011-9140/LB/SD, door de raad ontvangen op 29 februari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement [X] de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 7 mei 2012 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

De raad heeft bij de behandeling zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter, en mrs. A.S.M. Zweerman-Oude Breuil, A.T. Bolt, E.J. Verster en P.P. Verdoorn, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. M.Y.A. Verhoeven, griffier.

De raad heeft kennis genomen van de stukken vermeld op de inventarislijst welke als bijlage gevoegd is bij de aanbiedingsbrief van de deken, alsmede van de bij brief d.d. 18 april 2012 door verweerster aan de raad toegezonden producties.

2 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1 Verweerster treedt op voor de Stichting [A], die zorg en begeleiding biedt aan jongvolwassenen tussen de 18 en 20 jaar die in een crisis verkeren. De jongvolwassenen zijn niet in staat hun eigen leven op orde te houden. [A] biedt onder andere begeleiding op het gebied van de financiële huishouding. Daartoe had [A] een overeenkomst gesloten met klager. Klager verleende op grond van die overeenkomst financiële en administratieve ondersteuning aan de jongvolwassenen. In enkele gevallen had klager daarvoor een schriftelijke machtiging van de jongvolwassenen verkregen.

2.2 Verweerster heeft in opdracht van [A] bij afzonderlijke gelijkluidende brieven van 23 en 26 september 2011 aan klager namens 11 jongvolwassenen de beweerdelijk afgegeven machtiging ingetrokken wegens beweerdelijke wanprestatie van klager, en klager gesommeerd tot afgifte van alle administratieve bescheiden van de desbetreffende cliënten.

Ten tijde van het verzenden van de brieven had verweerster alleen contact gehad met [A], niet met de afzonderlijke cliënten.

3 KLACHT

De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij in haar voormelde sommatiebrieven aan klager heeft beweerd dat zij die schreef namens de onderscheiden cliënten hoewel zij met die cliënten in het geheel geen contact had gehad en van hen geen opdracht had gekregen tot het schrijven van die brieven.

4 VERWEER

Verweerster heeft erkend dat zij op het moment van het schrijven van de brieven nog geen machtiging c.q. opdracht van de individuele cliënten had ontvangen, en dat zij er beter aan had gedaan te wachten met verzending totdat zij over volmachten beschikte dan wel er voor te kiezen om namens de Stichting [A] te schrijven. Zij is wat overhaast te werk gegaan omdat er sprake was van een noodsituatie. Klager maakte geld van cliënten over naar zijn eigen rekening onder vermelding van de omschrijving ´lening´. Voor het in oktober 2011 tegen klager aangespannen kort geding had zij zich wel van de benodigde volmachten / opdrachten voorzien.

5 BEOORDELING

De raad beoordeelt de klacht als volgt.

Verweerster heeft in een elftal sommatiebrieven aan klager in strijd met de waarheid vermeld dat zij dat deed namens de daarin genoemde cliënten. Dat is in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt, zij had van die cliënten geen opdracht, ook niet indirect via een daartoe strekkende volmacht aan de Stichting [A]. Het vertrouwen in de advocatuur wordt door een dergelijke handelwijze geschaad.

Indien al sprake was van een noodsituatie zoals verweerster heeft gesteld – de raad is daarvan niet gebleken – dan nog had verweerster kunnen volstaan met een brief namens / op verzoek van de Stichting [A] die zich tot verweerster had gewend ter behartiging van de belangen van deze cliënten, of anderszins moeten trachten met spoed de nodige volmachten / opdrachtbevestigingen van de individuele belanghebbenden te verkrijgen. Gelet op de data waarop de verschillende brieven zijn gedateerd c.q. verzonden moeten daar in elk geval enkele dagen voor beschikbaar zijn geweest. 

De raad is dan ook van oordeel dat de klacht gegrond is. Aan verweerster wordt ter zake de hierna te noemen maatregel opgelegd.

BESLISSING

De klacht van klagers tegen verweerster is gegrond; verweerster wordt ter zake de maatregel van enkele waarschuwing opgelegd.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken ter openbare zitting van 11 juni 2012.

griffier voorzitter