Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

13-01-2012

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2012:YA2969

Zaaknummer

6087

Inhoudsindicatie

Klagers niet-ontvankelijk wegens te groot tijdverloop.

Uitspraak

          

Beslissing van 13 januari 2012

in de zaak 6087

naar aanleiding van het hoger beroep van:

klagers

tegen:

verweerder

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam (verder: de raad) van 12 april 2011, onder nummer 10-331H, aan partijen toegezonden op 12 april 2011, waarbij klagers niet-ontvankelijk zijn verklaard in alle onderdelen van hun klacht.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij klagers van deze beslissing in hoger beroep zijn gekomen, is op 9 mei 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de antwoordmemorie van verweerder.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 14 november 2011, waar verweerder en, namens appellanten, de heer X. zijn verschenen.

3 KLACHT

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder:

a) als curator in het faillissement van klager sub 1 buitensporig veel tijd heeft geschreven en heeft gedeclareerd;

b) niet of nauwelijks heeft gereageerd op brieven en verzoeken om informatie;

c) een afspraak terzake van voortzetting van een procedure tegen K. voor rekening van klagers niet is nagekomen.

Door aldus te handelen c.q. na te laten heeft verweerder volgens klager in strijd gehandeld met de in artikel 46 Advocatenwet neergelegde norm.

4. FEITEN

 In overweging 3. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5. BEOORDELING

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van klagers tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam 12 april 2011, gegeven onder nummer 10-331H.

Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. A. Beker, J.P. Balkema, P.H. Holthuis en C.A.M.J. Raymakers, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2012.