Rechtspraak
Uitspraakdatum
21-05-2012
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4470
Zaaknummer
6190
Inhoudsindicatie
Verwijt van inadequate bijstand ongegrond.
Uitspraak
Beslissing
van 21 mei 2012
in de zaak 6190
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerster
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 22 augustus 2011, onder nummer R.3532/10.162, aan partijen toegezonden op 24 augustus 2011, waarbij een klacht van klager tegen verweerster ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 20 september 2011 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerster.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 19 maart 2012, waar klager, die ter zitting door tolk werd bijgestaan, en verweerster zijn verschenen.
3 KLACHT
3.1 Klager verwijt verweerster dat zij zijn belangen in de zaak tegen P. B.V. niet althans niet met de vereiste zorg, heeft behartigd.
Tevens verwijt klager verweerster dat de afrekening in de zaak tegen A. niet klopt.
4 FEITEN
In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ´s Gravenhage van 22 augustus 2011, gewezen onder nummer R. 3532/10.162.
Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. A. Beker, A.D.R.M. Boumans, G.J.L.F. Schakenraad en D.J. Markx, leden, in tegenwoordigheid van mr. G.E. Muller, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2012.