Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-08-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3073

Zaaknummer

11-327H

Inhoudsindicatie

Verzetbeslissing. Ontvankelijkheid bij klacht over strijdig belang bij overname strafzaak. Geen nieuwe gezichtspunten; verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van  6 augustus 2012

in de zaak      11-327H

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 27 december 2011 op de klacht van:

de heer mr.

klager

tegen:

de heer mr.

advocaat te

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 24 november 2011 met kenmerk td/es/305, door de raad ontvangen op 25 november 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Haarlem de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 27 december 2011 heeft de voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht, voor zover het klachtonderdeel a betreft, kennelijk  niet-ontvankelijk verklaard, en voor het overige kennelijk ongegrond. Deze beslissing is op 27 december 2011 verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 10 januari 2012, per telefax ontvangen op dezelfde dag, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 30 mei 2012 in aanwezigheid van verweerder. Klager is niet verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

   - de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

   -        het verzetschrift van klager d.d. 10 januari 2012.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de door klager gestelde feitelijke toedracht aannemelijk zou zijn en die van verweerder niet, zodat de klacht gegrond had moeten worden verklaard.

 

4 BEOORDELING

4.1 De voorzitter heeft de klacht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze betrekking heeft op het overnemen van de behandeling van de strafzaak terwijl sprake zou zijn van belangenverstrengeling en/of tegenstrijdige belangen. In verzet heeft klager geen specifieke argumenten gericht tegen deze niet-ontvankelijkverklaring op deze grond. De raad overweegt dat de Advocatenwet niet een klachtrecht in het leven heeft geroepen voor eenieder, doch slechts voor degene die door het handelen en nalaten van een advocaat in zijn of haar belang getroffen is. Nu het klachtonderdeel niet het eigen belang van klager betreft, acht de raad de niet-ontvankelijkverklaring juist.

4.2 De kennelijk ongegrondverklaring betreffende de klacht voor het overige, acht de raad eveneens juist. Klager en verweerder geven verschillende lezingen van de feiten. De door klager gestelde feitelijke toedracht is gemotiveerd betwist zodat de door klager gestelde feiten niet vast zijn komen te staan. In verzet heeft klager tegen de beslissing van de voorzitter geen nieuwe gezichtspunten van feitelijke aard aangevoerd, zodat er geen plaats is voor verder onderzoek naar de klacht.

4.3 Het verzet zal ongegrond worden verklaard.

 

 

BESLISSING

De raad van discipline:

Verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, mrs. M.A. Le Belle, A.G. van Marwijk Kooy, M.W. Schüller, M. Ynzonides, leden, bijgestaan door mr.  M.A. Hupkes als griffier.

  

griffier voorzitter                     

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 6 augustus 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Haarlem  

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.