Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

10-09-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3916

Zaaknummer

R. 4008/12.142

Inhoudsindicatie

Uit de stukken noch anderszins is gebleken dat verweerder de hem als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid om de belangen van haar cliente te behartigen te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Dat klager een andere visie over de feiten heeft dan de cliënte van verweerder, betekent niet dat het verweerder niet vrij zou staan om de door zijn cliënte aangehangen visie over de feiten te verdedigen en in de procedure naar voren te brengen. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder feiten heeft gesteld waarvan hij wist of behoorde te weten dat die onjuist waren.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

De plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde voor Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden d.d. 20 augustus 2012, door de raad ontvangen op 20 augustus 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1    Verweerder behartigt de belangen van klagers voormalig echtgenote in een door klager geëntameerde procedure strekkende tot nietigverklaring van het huwelijk.

1.2    Bij beschikking van 29 mei 2012 heeft de Rechtbank ’s-Gravenhage het verzoek van klager afgewezen.

 

2    KLACHT

2.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.

2.2    Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij in de procedure feitelijke gegevens heeft verstrekt, waarvan hij weet, althans behoort te weten dat die onjuist zijn. Hierdoor tracht verweerder op onjuiste gronden de rechter te beïnvloeden in zijn oordeelsvorming. Verweerder heeft ten onrechte gesteld dat klager zijn voormalig echtgenote een hondse behandeling heeft gegeven, dat klager ten onrechte een aanvraag zorgtoeslag en een valse aangifte IB heeft ingediend.

 

3    BEOORDELING

3.1    Vooropgesteld wordt dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van een (processuele) wederpartij worden beknot, tenzij de belangen van die wederpartij nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De advocaat dient de belangen van zijn cliënt te behartigen aan de hand van feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en hij mag in het algemeen afgaan op de juistheid van die informatie. Verificatie door de advocaat van de hem door de cliënt verstrekte informatie is slechts dan geboden, indien er aanwijzingen zijn dat de informatie onjuist is. De advocaat dient zich uiteraard te allen tijde te gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt en hij mag bij zijn optreden namens zijn cliënt niet over de schreef gaan.

3.2    In het onderhavige geval is uit de stukken noch anderszins gebleken dat verweerder de hiervoor bedoelde hem toekomende ruime mate van vrijheid te buiten is gegaan dan wel zich in enig ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Dat klager een andere visie over de feiten heeft dan de cliënte van verweerder, betekent niet dat het verweerder niet vrij zou staan om de door zijn cliënte aangehangen visie over de feiten te verdedigen en in de procedure naar voren te brengen. Niet kan worden vastgesteld dat verweerder feiten heeft gesteld waarvan hij wist of behoorde te weten dat die onjuist waren.

3.3    Voor zover klager stelt dat verweerder onrechtmatig jegens hem zou hebben gehandeld en klager dientengevolge schade heeft geleden, dient klager zich tot de civiele rechter te wenden. Het oordeel over een dergelijke vordering is voorbehouden aan de burgerlijke rechter.

3.4    Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk ongegrond te worden verklaard.

 

4    BESLISSING

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 10 september 2012.

griffier                                                                         voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 10 september 2012 per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klagers en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.