Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-04-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2702

Zaaknummer

12-091A

Inhoudsindicatie

Voorzittersbeslissing. Klacht wegens beïnvloeding getuige kennelijk ongegrond, nu de klacht ziet op handelen van een derde. 

Uitspraak

Beslissing van 18 april 2012

in de zaak 12-091A     

naar aanleiding van de klacht van:

de heer

klager

tegen:

mr.

verweerder

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam van 21 maart 2012 met kenmerk 1112-265 II, door de raad ontvangen op 23 maart 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

Klager is groot aandeelhouder, middellijk bestuurder van Y B.V., welke vennootschap is verwikkeld in een procedure tegen tandarts X. Verweerder staat tandarts X bij. In voorbedoelde procedure is getuige M door klager opgeroepen om op 5 juli 2011 door de rechtbank te worden gehoord. Voorafgaande aan het getuigenverhoor is de advocaat van getuige M, mr. T, telefonisch benaderd door een jurist werkzaam bij een ander advocatenkantoor, hierna te noemen: S. Naar aanleiding van dit telefoongesprek heeft de advocaat van getuige M op 24 juni 2011 per e-mail geschreven: 

“S stelt voor:

Jij trekt klacht bij de tuchtcommissie in

Jij gaat 5 juli niets verklaren

Daar tegenover zet hij

(…)

Ik hoor wel van je of je op dit bijzonder mooie voorstel wenst in te gaan.

(…)”

Mr. T heeft deze e-mail na ontvangst ervan doorgezonden aan de advocaat van klager.

KLACHT

De klacht houdt in, zakelijk weergegeven, dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld doordat hij een getuige in een procedure heeft beïnvloed. Aan de getuige is een voorstel gedaan inhoudende dat hij zijn klacht bij de tuchtcommissie introk en geen verklaring, dan wel een meinedige verklaring zou afleggen in de desbetreffende procedure.

VERWEER

Verweerder bestrijdt dat hij op enigerlei wijze een getuige heeft beïnvloed. Voorts stelt verweerder dat hij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de handelwijze van S, die niet werkzaam is op zijn kantoor.

BEOORDELING

Het is vaste tuchtrechtspraak dat een advocaat slechts tuchtrechtelijk kan worden aangesproken voor zijn eigen handelen. Gesteld noch uit het dossier gebleken is dat verweerder enige bemoeienis heeft gehad met de handelwijze van de heer S. Nu klager ook overigens op geen enkele manier heeft onderbouwd dat verweerder zich schuldig zou hebben gemaakt aan beïnvloeding van de heer M als getuige, is de klacht kennelijk ongegrond.

BESLISSING

De voorzitter verklaart de klacht kennelijk ongegrond.

Aldus gewezen door mr. J. Blokland, voorzitter, met bijstand van

mr. L.H. Rammeloo als griffier op 18 april 2012.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op 18 april 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

en per gewone post aan:

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam, Postbus 75265, 1070 AG Amsterdam (fax: 020-7954275). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.