Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

09-07-2012

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3586

Zaaknummer

6215

Inhoudsindicatie

Nadat de raad de klacht gegrond verklaarde trok de klager de klacht in. Op door verweerster ingesteld appel beslist het hof dat de beslissing van de raad wordt vernietigd en verstaat het hof dat op de klacht niet meer behoeft te worden beslist.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 9 juli 2012

in de zaak 6215

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerster

tegen:

klager

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 19 september 2011, onder nummer M27 2011, aan partijen toegezonden op 20 september 2011, waarbij een klacht van klager tegen verweerster onderdeel 1 ongegrond is verklaard, onderdeel 2 gegrond is verklaard en aan verweerster de maatregel van enkele waarschuwing is opgelegd.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerster van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 17 oktober 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van klager.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 11 mei 2012, waar beide partijen zijn verschenen. Tijdens de zitting van 11 mei hebben partijen een regeling getroffen inhoudende de intrekking door klager van zijn klacht en een financiële afwikkeling van het geschil.

3    DE BEOORDELING

Aangezien de raad in zijn beslissing onderdeel 2 van de klacht gegrond heeft verklaard en aan verweerster een maatregel heeft opgelegd, leidt dit tot de navolgende beslissing van het hof.

DE BESLISSING

Het Hof van Discipline:

-    vernietigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch van 19 september 2011, gegeven onder nummer M27 2011;

 en

-    verstaat dat niet meer op de klacht behoeft te worden beslist.

Aldus gewezen op 14 mei 2012 door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. A. Beker, J.P. Balkema, C.M. Pannekoek-Dubois  en R. Verkijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. M. Stevens, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2012.