Rechtspraak
Uitspraakdatum
20-02-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2835
Zaaknummer
R. 3899/12.33
Inhoudsindicatie
De enkele vermelding van de naam van klager achter de tekst “ingediend namens partij” op het B-2 formulier impliceert niet dat de advocaat aan de Rechtbank heeft bericht dat klager hem opdracht heeft gegeven zich te onttrekken. Daaruit blijkt slechts dat verweerder voor klager optrad.
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
De voorzitter acht de klacht kennelijk ongegrond.
Inhoudsindicatie
Uitspraak
De (plaatsvervangend) voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam d.d. 26 januari 2012 met kenmerk R 11/14/44, door de Raad ontvangen op 27 januari 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken. Klager heeft bij faxbrief van 1 februari 2012 stukken aan de Raad van Discipline toegezonden, die aan het dossier zijn toegevoegd.
1 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
1.1 Verweerder heeft klager bijgestaan in een procedure bij de rechtbank Middelburg.
1.2 Door middel van toezending van een B-2 formulier d.d. 12 juli 2011 heeft verweerder zich onttrokken als advocaat in de betreffende procedure.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.
2.2 Klager verwijt verweerder in het bijzonder dat hij in het B-2 formulier van 12 juli 2011 ten onrechte heeft gesteld dat hij zich in opdracht van klager zou hebben onttrokken aan de zaak.
3 BEOORDELING
3.1 Klager stelt dat uit het B-2 formulier blijkt dat verweerder de Rechtbank heeft meegedeeld dat klager hem zou hebben opgedragen zich als advocaat uit de procedure te onttrekken. Verweerder betwist dat hij dat heeft meegedeeld.
3.2 De enkele vermelding van de naam van klager achter de tekst “ingediend namens partij” op het B-2 formulier impliceert niet dat verweerder aan de Rechtbank heeft bericht dat klager hem opdracht heeft gegeven zich te onttrekken. Daaruit blijkt slechts dat verweerder voor klager optrad.
3.3 Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk ongegrond te worden verklaard.
4 BESLISSING
Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.
Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 20 februari 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 22 februari 2012 per aangetekende post verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.
Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.