Rechtspraak
Uitspraakdatum
03-09-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3205
Zaaknummer
12-027A
Inhoudsindicatie
Verzetzaak. Klacht tegen advocaat van klaagsters wederpartij. Met de voorzitter is de raad van oordeel dat niet is komen vast te staan dat verweerster in de procedure jegens klaagster heeft gelogen, dan wel dat zij op andere gronden onzorgvuldig heeft gehandeld. Verzet ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 3 september 2012
in de zaak 12-027A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 20 februari 2012 op de klacht van:
mevrouw
klaagster
tegen:
mevrouw
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 19 januari 2012 met kenmerk GK/YH 1112-196, door de raad ontvangen op 20 januari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 20 februari 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 20 februari 2012 is verzonden aan klaagster.
1.3 Bij brief van 27 februari 2012 heeft klaagster verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 25 juni 2012 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennis genomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop
de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzetschrift van klaagster van 27 februari 2012;
- de brief van klaagster aan de raad van 7 juni 2012;
- de brief van klaagster aan de raad van 13 juni 2012;
- de brief van de raad aan klaagster van 22 juni 2012.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en een omschrijving van de klacht, verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klaagster in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter de klacht van klaagster ten onrechte kennelijk ongegrond heeft verklaard omdat "door [verweerster] […] in haar dagvaarding van 15 december 2009, haar pleitnotities van 7 januari 2010 en 17 februari 2010, en memorie van antwoord van 8 maart 2011 alles 1000% is gelogen bij de kantonrechter en het gerechtshof Amsterdam". Verweerster is derhalve wel degelijk meervoudig ernstig jegens klaagster tekortgeschoten.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij haar beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klaagster aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.
4.2 Nu het verzet van klaagster tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert, is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
- verklaart het verzet ongegrond
Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. R. Lonterman, A.G. van Marwijk Kooy, M.W. Schüller, A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. E.J.M. van Rijckevorsel-Teeuwen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 3 september 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 3 september 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klaagster
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.