Rechtspraak
Uitspraakdatum
02-05-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2713
Zaaknummer
12-55
Inhoudsindicatie
Klager beklaagt zich er over dat verweerder hem heeft bijgestaan bij het opstellen van een contract en dat verweerder nadien tegen hem is opgetreden. Omdat verweerder klager niet in de hoedanigheid van advocaat heeft bijgestaan, stond het hem vrij in een rechtszaak tegen klager optreden.
Uitspraak
12-55
BESLISSING VAN DE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
klager
tegen: verweerder
advocaat te [plaats]
1.
Bij brief van 27 september 2011 heeft klager een klacht tegen verweerder ingediend bij de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Almelo.
De heer mr. C.A.M. Luttikhuis, lid van de raad van toezicht, heeft de klacht onderzocht.
Omdat klager te kennen heeft gegeven dat hij bemiddeling niet zinvol acht zijn de stukken aan de raad gestuurd zonder dat een schikking is beproefd.
Bij brief van 11 april 2012, ontvangen op 12 april 2012, heeft de raad de klacht alsmede het klachtdossier ontvangen.
2.
De voorzitter is van oordeel dat op deze klacht bij voorzittersbeslissing behoort te worden beslist.
3.
Klager verwijt verweerder dat hij is opgetreden in een procedure tegen hem. Klager is van mening dat zulks niet geoorloofd is omdat verweerder hem eerder heeft geadviseerd bij het opstellen van een contract en dat hij zodoende beschikt over vertrouwelijke informatie van hem.
4.
Ter toelichting op zijn klacht heeft klager het volgende aangevoerd:
Het contract voor ‘huiswerkbegeleiding gegarandeerd’ is te omvangrijk om op één A4 papier te zetten.
Verweerder stond er op dat hij dit contract destijds mocht maken zodat hij de kosten voor het opmaken van het contract niet hoefde te betalen. Na verloop van tijd heeft verweerder nog een verbeterde versie van het contract met hem doorgenomen.
Verweerder mag de zaak tegen hem niet behandelen en ook zijn kantoorgenoten mogen dat niet.
5.
Verweerder heeft naar aanleiding van de tegen hem ingediende klacht het volgende aangevoerd:
Het is juist dat hij klager kent. Twee van zijn kinderen hebben gebruik gemaakt van de diensten van het studiebegeleidingsinstituut van klager.
Hij heeft klager op normale wijze betaald voor de studiebegeleiding van zijn kinderen.
Hij heeft met klager over de inhoud en de tekst van de te sluiten overeenkomst ten behoeve van de begeleiding van zijn dochter gesproken. Omdat zijn dochter in haar derde studie jaar geen gebruik meer heeft gemaakt van de diensten van klager is deze overeenkomst niet tot stand gekomen.
Hij heeft als privé persoon contact met klager gehad en niet in zijn hoedanigheid van advocaat.
Hij heeft nimmer een opdracht van klager aanvaard, noch schriftelijk, noch mondeling.
Klager is geen cliënt van hem geweest en hij heeft geen betaling ontvangen van klager voor de werkzaamheden in verband met het contract, dat uitsluitend bedoeld was voor zijn dochter.
Hij beschikt niet over vertrouwelijke informatie die hij zou kunnen gebruiken in de zaak die hij tegen klager behandelt. Van belangenverstrengeling is geen sprake.
6.
De voorzitter beoordeelt de klacht als volgt:
Het is een advocaat in het algemeen niet toegestaan tegen een voormalige cliënt op te treden.
Vast staat dat verweerder klager behulpzaam is geweest bij het opstellen van een contract. Verweerder heeft zulks als privé persoon gedaan en niet in zijn hoedanigheid van advocaat. De voorzitter komt tot dit oordeel omdat klager niet heeft gesteld en ook overigens niet is gebleken dat klager aan verweerder opdracht heeft gegeven voor hem als advocaat op te treden. Te dezen is voorts van belang dat klager verweerder niet heeft betaald voor zijn werkzaamheden, terwijl verweerder klager wel op reguliere wijze heeft betaald voor de door hem verleende diensten.
Klager heeft gesteld dat hij in verband met het opstellen van het contract vertrouwelijke informatie aan verweerder heeft verstrekt, die verweerder in de procedure tegen hem gebruikt, maar klager heeft zijn stelling op geen enkele wijze met concrete feiten en omstandigheden onderbouwd. Daarom gaat de voorzitter aan deze stelling voorbij.
Op grond van het hier voorgaande is de voorzitter van oordeel dat klager niet kan worden aangemerkt als een voormalig cliënt van verweerder en dat het verweerder daarom vrij staat tegen klager op te treden.
HET VOORGAANDE LEIDT TOT DE VOLGENDE BESLISSING:
De klacht van klager tegen verweerder is kennelijk ongegrond.
Deze beslissing is gegeven op 2 mei 2012 door mr. M.F.J.N. van Osch, voorzitter van de raad van discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem, en in afschrift verzonden op 3 mei 2012.
mr. M.F.J.N. van Osch
voorzitter