Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-01-2012

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2012:YA2980

Zaaknummer

6049

Inhoudsindicatie

Verwijt klager steunt te hebben geadviseerd over schikkingsvoorstel van de wederpartij in verband met de nadien oplopende kosten en tevens onvoldoende bereikbaarheid. Gegrond. Berisping.

Uitspraak

          

Beslissing van 23 januari 2012

in de zaak 6049

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klager

1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem (verder: de raad) van 14 maart 2011, onder nummer 10-148, aan partijen toegezonden op 14 maart 2011, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder, onderdelen a en b gegrond zijn verklaard, c ongegrond is verklaard en de maatregel van berisping is opgelegd.

2 HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 13 april 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:

- de stukken van de eerste aanleg;

- de brief van gemachtigde van verweerder aan het hof van 4 juli 2011.

2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 28 november 2011, waar klager en, namens verweerder, gemachtigde, zijn verschenen.

3 KLACHT

3.1 De klacht luidt als volgt. Verweerder heeft zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat:

a. Hij hem onjuist, in ieder geval gebrekkig, heeft geïnformeerd over zijn kansen in hoger beroep en de kosten van de procedure, in die zin dat hij pas na afloop na de comparitie van partijen tot de conclusie is gekomen dat het beter was de tijdens de comparitie door de wederpartij voorgestelde, uiterst magere, schikking te accepteren dan voort te procederen, nu dat laatste niet de oorspronkelijk ingeschatte 8 uur zou kosten, maar tussen de 18 en 26 uur;

b. Hij voor klager niet bereikbaar was voor overleg en heeft nagelaten hem schriftelijk te informeren over de correspondentie met het hof van de comparitie;

c. Hij heeft niet gereageerd op verzoeken tot financiële afwikkeling van de zaak en afgifte van het dossier. Dat heeft onnodig lang op zich laten wachten.

.

4 FEITEN

 In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5 BEOORDELING

5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2 De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

 BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem van 14 maart 2011 gegeven onder nummer 10-148.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter,  mrs. A.D.R.M. Boumans, G.J. Visser, L. Ritzema en W.F. van Zant, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2012.