Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

18-12-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3655

Zaaknummer

12-168A

Inhoudsindicatie

Verzet ongegrond. Klacht over advocaat wederpartij. Vrijheid van handelen. Geen sprake van onnodig grievende uitlatingen.

Uitspraak

Beslissing van 18 december 2012

in de zaak 12-168A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing

van de voorzitter van de raad op de klacht van:

de heer

klager

tegen:

de heer mr.

advocaat te Amsterdam    

verweerder

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 4 juni 2011 met kenmerk 1112-232 K, door de raad ontvangen op 5 juni 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 26 juni 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 26 juni 2012 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 10 juli 2012 door de raad ontvangen op 10 juli 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 17 oktober 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzetschrift van klager d.d. 10 juli 2012;

- de pleitaantekeningen van klager d.d. 17 oktober 2012;

- een verklaring d.d. 12 oktober 2012 van de heer X, journalist

            van het Algemeen Dagblad, door klager terzitting uitgereikt.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2 Het verweer van verweerder dat hij zich niet kan herinneren dat hij tegenover de heer X, journalist van het Algemeen Dagblad, heeft gesteld dat klager “de hele boel bij elkaar liegt” doet geen afbreuk aan het verwijt dat verweerder zich onnodig grievend over klager heeft uitgelaten. 

4 BEOORDELING

4.1 Klager heeft ter zitting een verklaring van 12 oktober 2012 overgelegd van de heer X voornoemd. De heer X verklaart dat hij verweerder op 17 oktober 2011 telefonisch heeft gesproken en hem in het Algemeen Dagblad van 18 oktober 2011 met het citaat “Meneer B. liegt de hele boel bij elkaar” correct heeft geciteerd.

Uit deze verklaring kan de conclusie worden getrokken dat verweerder de gewraakte uitspraak letterlijk heeft gedaan. De raad is evenwel van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter terecht en op juiste gronden de klacht in al haar onderdelen kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. H.B. de Regt, B. Roodveldt, B.J. Sol en A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. H. Oomen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 december 2012.

griffier voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 18 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.