Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-03-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA2950

Zaaknummer

33/10

Inhoudsindicatie

Verzet tegen voorzittersbeslissing waarbij klager niet-ontvankelijk is verklaard omdat hij klaagt over het feit dat de deken heeft geweigerd om hem opnieuw een advocaat aan te wijzen. Tegen een dergelijke weigering staat een aparte procedure open op grond van de Advocatenwet. Terecht is klager niet-ontvankelijk verklaard door de voorzitter. Verzet niet-ontvankelijk.

Uitspraak

BESLISSING van de raad van discipline in de zaak met nummer 33/10

 

Naar aanleiding van het verzet van

 

de heer [  ]

klager

 

tegen

 

mr. [  ]

in zijn voormalige hoedanigheid van deken van de orde van advocaten in het arrondissement Leeuwarden

verweerder

 

 

Procesverloop

 

De raad verwijst voor de weergave van het procesverloop naar de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline in het ressort Leeuwarden van 12 oktober 2010, waarbij de klacht van klager kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.

De beslissing is verzonden op 14 oktober 2010.

Klager heeft tegen voormelde beslissing bij e-mailbericht van 25 oktober 2010 verzet ingesteld.

Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 16 december 2011. Klager is met bericht van verhindering afwezig; verweerder is wel ter zitting verschenen.

 

 

Feiten

 

Voor de vaststelling van de feiten – voor zover relevant voor deze beslissing – verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter. Het verzetschrift bevat geen gronden die nopen tot aanvulling of wijziging in de vaststelling van feiten.

 

 

Verzet

 

De gronden van het verzet houden in dat klager het niet eens is met de uitspraak van de voorzitter omdat het gaat om het belang en de rechtspositie van twee personen. Eén van de twee is een mishandeld minderjarig kind, dat verweerder moedwillig laat verzuipen in flauwe bureaucratische regelgeving. De voorzitter heeft dat in zijn beslissing onvoldoende onderkend.

 

 

Beoordeling

 

De raad is van oordeel dat de voorzitter terecht heeft geoordeeld dat klager niet-ontvankelijk is in zijn klacht omdat verweerder op correcte wijze klager bij brief van 14 april 2009 erop heeft gewezen dat, in geval klager zich niet zou kunnen vinden in de aanpak van zijn toenmalige advocaat, verweerder hem niet opnieuw een advocaat zou aanwijzen. Toen dat feit zich voordeed heeft verweerder klager bij brief van 29 maart 2010 laten weten dat het hernieuwde verzoek werd afgewezen. Voorts heeft verweerder aangegeven op welke wijze klager, indien hij het niet eens was met de beslissing van verweerder, hij daartegen beklag kon doen. Nu klager zulks heeft nagelaten kan klager niet weer over hetzelfde feit een klacht indienen en heeft de voorzitter terecht geoordeeld dat klager kennelijk niet-ontvankelijk is.

Voor het overige heeft het verzet geen aanleiding gegeven tot nieuwe gezichtspunten. De raad verenigt zich met het oordeel van de voorzitter en de gronden waarop het berust.

 

 

Beslissing

 

De raad van discipline verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 12 oktober 2010 ongegrond.

 

Aldus gewezen door mrs. C. van den Noort, voorzitter, E. van Asselt-Pronk, G.J. van der Veer, M.M. Wiersema, P.H.F. Yspeert, leden, en uitgesproken ter openbare zitting van de raad te Leeuwarden op 23 maart 2012 door mr. P. Schulting, voorzitter, in tegenwoordigheid van de griffier.

 

Voorzitter                                                                  Griffier

 

Ingevolge artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet staat tegen deze beslissing geen rechtsmiddel open.