Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-06-2012

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3610

Zaaknummer

6260

Inhoudsindicatie

Geen beroep mogelijk tegen beslissing van de raad waarin verzet tegen beslissing van de voorzitter ongegrond is verklaard.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 4 juni 2012

in de zaak 6260

naar aanleiding van het verzet van:

klager

tegen:

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 24 oktober 2011, nummer R.3503/10.133, aan partijen toegezonden op 26 oktober 2011, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 8 september 2010 ongegrond is verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    Bij beslissing van 22 december 2011 heeft de voorzitter van het hof klager kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 22 december 2011.

2.2    De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 30 december 2011. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 2 april 2012, waarbij klager is verschenen.

2.3    Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.

3    DE BEOORDELING

3.1    Naar aanleiding van het verzet overweegt het hof als volgt. Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat tegen een beslissing van de Raad van Discipline waarbij het verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad ongegrond of niet-ontvankelijk wordt verklaard geen rechtsmiddel openstaat. Het hof oordeelt dat de voorzitter van het hof dit terecht heeft overwogen in haar beslissing van 22 december 2011.

3.2    Dit betekent dat aan klager niet de mogelijkheid toekomt om hoger beroep in te stellen tegen de beslissing van de raad. De voorzitter van het hof heeft dus terecht geoordeeld dat klager niet kan worden ontvangen in het door hem ingestelde beroep. Het verzet van klager dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van  22 december 2011 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. C.J.J. van Maanen, voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, J.C. van Oven, J.G. Vegter-Fieten en L. Ritzema, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2012.