Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-06-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA2771

Zaaknummer

11-314A

Inhoudsindicatie

Klacht tegen eigen advocaat, inhoudend dat deze niet tijdig toevoegingen heeft aangevraagd, achter de rug van klager om mee heeft gewerkt met derden, geen verzet heeft ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank en zich voortijdig heeft teruggetrokken uit een andere zaak. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 4 juni 2012

in de zaak 11-314A

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 16 december 2011 op de klacht van:

de heer R.

klager

tegen:

mr.

advocaat te Amsterdam

verweerster

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 16 november 2011 met kenmerk 1112-0064, door de raad ontvangen op 17 november 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 16 december 2011 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 16 december 2011 is verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 20 december 2011 door de raad ontvangen op 22 december 2011, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 4 april 2012 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

 de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzetschrift van klager d.d. 20 december 2011.

2 FEITEN EN KLACHT

2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.

3 VERZET

3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.

3.2 In de voorzittersbeslissing heeft de voorzitter alle door klager kenbaar gemaakte bezwaren tegen verweerster verzwegen en schijnt de voorzitter geen kennis te hebben of te willen hebben van aanwijzingen en bewijzen, waaronder de brief met bijlagen van klager aan de deken d.d. 17 oktober 2011.

4 BEOORDELING

4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter de klacht terecht en op juiste gronden kennelijk ongegrond bevonden.

4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.

  BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. L.D.H Hamer, J.M. van de Laar, P. van Lingen, A.M. Vogelzang leden, bijgestaan door mr. R.L.M.M. Tan als griffier.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 4 juni 2012 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.