Rechtspraak
Uitspraakdatum
12-03-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3319
Zaaknummer
6152
Inhoudsindicatie
Verweerder had stukken van klager bestudeerd en geconcludeerd (o.a. wegens verjaring) niets in de zaak te zien. Verwijt hierover ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 12 maart 2012
in de zaak 6152
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden (verder: de raad) van 24 juni 2011, onder nummer 90/10, aan klager toegezonden op 28 juni 2011, waarbij een klacht van klager tegen verweerder de klacht ongegrond is verklaard.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 11 juli 2011 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerder;
- schrijven van klager aan het hof van 9 juli 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 15 juli 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 1 augustus 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 11 augustus 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 22 augustus 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 5 september 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 20 september 2011.
- schrijven van klager aan het hof van 21 september 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 30 september 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 7 oktober 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 7 oktober 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 24 oktober 2011
- schrijven van klager aan het hof van 2 december 2011;
- schrijven van klager aan het hof van 13 december 2011.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 16 januari 2012, waar klager en verweerder zijn verschenen.
3 KLACHT
Zakelijk weergegeven luidt de klacht als volgt.
Verweerder heeft ten onrechte het advies gegeven dat aan de zaken zoals door klager gepresenteerd, niets meer te doen valt. Verweerder heeft aldus onrechtmatig gehandeld.
4 FEITEN
De raad heeft vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden van 24 juni 2011, gewezen onder nummer 90/10.
Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. G.J. Visser, G.R.J. de Groot, H.D. Cotterell en D.J. Markx, leden, in tegenwoordigheid van mr. H.A.H. Holm-Robaard, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2012.