Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

14-05-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRLEE:2012:1

Zaaknummer

70/12

Inhoudsindicatie

Een klaagschrift moet aan bepaalde criteria voldoen zoals naam en adres van klager en de feiten en gronden waarop de klacht berust. Klacht kennelijke niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Beslissing van 14 mei 2012

in de zaak 70/12

naar aanleiding van de klacht van:

 

de heer [    ]

klager

 

tegen:

mr. [    ]

verweerder

 

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de orde van advocaten in het arrondissement G. van 18 april 2012 met kenmerk 011/012 KG017, door de raad ontvangen op 19 april 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

2    FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

Uit feiten die de deken ambtshalve bekend zijn is gebleken dat klager gehuwd is geweest met mevrouw Y. Klager werd in de echtscheidingsprocedure in 2003/2004 bijgestaan door mr. H. en mevrouw Y. door verweerder. Tijdens de echtscheidingsprocedure heeft verweerder op verzoek van zijn cliënte maritaal beslag doen leggen. Naar aanleiding van dit beslag is een aantal kortgedingen gevoerd.

 

3    KLACHT

De klacht luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

Verweerder heeft zich schuldig gemaakt aan oplichting en het aanzetten tot verduistering van gelden. Verweerder heeft gelden die aan klager toebehoorden bij de voormalige advocaat van klager, mr. S., weggehaald, zonder klagers toestemming. Het betreft letselschadegeld dat door mr. S. is achterovergedrukt.

Verder heeft verweerder ten onrechte beslag laten leggen op roerende en onroerende zaken van klager terwijl hij alleen op roerende zaken beslag mocht leggen.

 

4    VERWEER

Het verweer luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

Klager heeft reeds in 2006 soortgelijke klachten geuit. Toen heeft verweerder al aangegeven dat hij niet begrijpt wat klager precies bedoelt met het verwijt dat verweerder geld heeft achtergehouden en dat hij geld zou hebben weggehaald bij mr. S.

Ten aanzien van het maritale derdenbeslag voert verweerder aan dat daartoe verlof is verkregen van de rechtbank te L. Bovendien voert verweerder aan dat klager destijds niet zijn cliënt is geweest, maar de wederpartij van zijn cliënt. Verweerder ziet dan ook niet in op enigerlei wijze in strijd te hebben gehandeld met de Gedragsregels.

 

5    VOORLOPIG OORDEEL

Hoewel niet opgenomen in de Advocatenwet, dient een klaagschrift toch aan bepaalde criteria te voldoen. Naast naam en adres van klager, dient het klaagschrift tevens te bevatten de klacht en de feiten en gronden waarop deze berust. In het onderhavige geval is geen sprake van een behoorlijke omschrijving van de klacht en de feiten en gronden waarop deze berust, zodat verweerder zich daartegen onvoldoende kan verweren.  De brief van 12 november 2011 en de brief van 8 december 2012 verschaffen geen duidelijkheid. Om die reden dient klager in zijn klacht kennelijk niet-ontvankelijk te worden verklaard.

 

6    BESLISSING

De voorzitter van de raad van discipline oordeelt klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht.

 

Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier op 14 mei 2012.

griffier                                                                         voorzitter

 

Deze beslissing is in afschrift op        mei 2012 per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Groningen.

 

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Groningen binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden, Postbus 399, 9400 AJ Assen (fax: 0592-305759) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.