Rechtspraak
Uitspraakdatum
05-11-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3902
Zaaknummer
R.3899/12.33
Inhoudsindicatie
Klacht dat verweerder in het B2-formulier dat hij bij de rechtbank heeft ingediend ten onrechte heeft gesteld dat hij zich in opdracht van klager onttrok aan de zaak. Verweerder heeft in het B2-formulier enkel de zakelijke vermelding opgenomen dat hij zich aan de procedure onttrok. Klacht kennelijk ongegrond; verzet ongegrond
Uitspraak
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de Raad van Discipline van 26 januari 2012, door de raad ontvangen op 27 januari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 20 februari 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen, welke beslissing op 22 februari 2012 aan partijen is verzonden.
1.3 Bij faxbrief van 23 februari 2012, door de raad op dezelfde datum ontvangen, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de plaatsvervangend voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 3 september 2012 in aanwezigheid van klager, vergezeld van zijn echtgenote, en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in artikel 49 lid 2 Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de vaststaande feiten uitgegaan die de plaatsvervangend voorzitter heeft vermeld in de bestreden beslissing onder nummer 1.
2.2 Bij faxbrief van 19 januari 2012 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT EN VERZET
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.
3.2 Klager verwijt verweerder meer in het bijzonder dat hij in het B-2 formulier van 12 juli 2011 ten onrechte heeft gesteld dat hij zich in opdracht van klager zou hebben onttrokken aan de zaak.
3.3 In het verzet heeft klager zijn bezwaar tegen het handelen van verweerder gehandhaafd. Klager heeft – zakelijk weergegeven – gesteld dat uit het B2-formulier blijkt dat verweerder zich namens klager uit de procedure heeft onttrokken. Klager heeft hiervoor nooit opdracht gegeven.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft zich tegen de klacht verweerd, op welk verweer de raad hierna waar nodig zal ingaan.
5 BEOORDELING
5.1 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de plaatsvervangend voorzitter. De raad verenigt zich met haar beoordeling van de klacht(onderdelen) en maakt die tot de zijne. De raad merkt op dat verweerder aan het slot van het B2-formulier enkel de zakelijke vermelding heeft opgenomen dat hij zich aan de procedure onttrok. Niet is daarin opgenomen dat de onttrekking geschiedde in opdracht van klager.
5.2 Het voorgaande brengt mee dat het verzet ongegrond is.
6 BESLISSING
De Raad van Discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. P.H. Veling, voorzitter, mrs. P.O.M. van Boven-de Groot, P.S. Kamminga, J.H.M. Nijhuis, L.Ph.J. baron van Utenhove, leden, bijgestaan door mr. P. Rijpstra als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 5 november 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 7 november 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.