Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

04-06-2012

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3629

Zaaknummer

6217

Inhoudsindicatie

Na begane beroepsfout (termijn laten verlopen) handelde verweerder de aansprakelijkheidsstelling niet zorgvuldig af, onder meer door claim niet voor te leggen aan beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar gegrond. Berisping.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 4 juni 2012

in de zaak 6217

naar aanleiding van het hoger beroep van:

verweerder

tegen:

klaagster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 19 september 2011, onder nummer R.2598/10.228, aan partijen toegezonden op 21 september 2011, waarbij een klacht van klaagster tegen verweerder gegrond is verklaard en de maatregel van berisping is opgelegd.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 18 oktober 2011 ter griffie van het hof ontvangen.

2.2    Het hof heeft voorts kennis genomen van:

-    de stukken van de eerste aanleg;

-    de antwoordmemorie van klaagster.

-    de brief van klaagster aan het hof van 10 februari 2012.

2.3    Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 13 april 2012, waar klaagster, samen met haar gemachtigde, en verweerder zijn verschenen. Verweerder heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

3    KLACHT

Klaagster verwijt verweerder dat hij de afhandeling van de beroepsfout op zijn beloop heeft gelaten door onder andere geen melding hiervan te maken bij zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar alsmede dat hij zich niet correct heeft gedragen met betrekking tot de afwikkeling van de gevolgen van de beroepsfout.

4    FEITEN

    In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.

5    BEOORDELING

5.1    Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.

5.2    De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage van19 september 2011, gewezen onder nummer R. 2598/10.228.

Aldus gewezen door mr. W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, A.H.A. Scholten, R. Verkijk en M.L. Weerkamp, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2012.