Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

23-07-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3064

Zaaknummer

12-20

Inhoudsindicatie

Beslissing op verzet. Klager heeft (medische)tuchtzaak aangespannen tegen zijn revalidatiearts. Verweerder staat revalidatiearts bij. In de tuchtprocedure heeft klager een beroep gedaan op een brief van een neuroloog en heeft hij deze brief als productie overgelegd. Omdat verweerder eraan twijfelde of de bewuste brief inderdaad van de hand van de neuroloog was heeft hij dat geverifieerd bij de neuroloog. De neuroloog heeft verweerder bevestigd dat de brief niet door hem was geschreven. Klager beklaagt zich erover dat verweerder de neuroloog heeft aangeschreven zonder een medische machtiging. Klacht is door voorzitter kennelijk ongegrond verklaard. Verweerder heeft geen medische gegevens opgevraagd. Het enige wat verweerder heeft gedaan was de authenticiteit van een door klager in het geding gebracht stuk te verifiëren. Daarvoor was geen medische machtiging vereist. Verzet is ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 23 juli 2012

in de zaak 12-20

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 27 februari 2012, verzonden op 27 februari 2012 op de klacht van:

[klager]

[adres]

tegen:

[verweerder]

advocaat te [plaats]

[adres] 

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 30 januari 2012, door de raad ontvangen op 31 januari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 27 februari 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Deze beslissing is eveneens op 27 februari 2012 verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 28 februari 2012 door de raad per fax ontvangen op 28 februari 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 14 mei 2012 in aanwezigheid van mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, en mrs. P.J.F.M. de Kerf, E.A.T.M. Steverink, E. Bige en H. Dulack, leden van de raad, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier. Op 11 mei 2012 heeft de raad een brief van de broer van klager ontvangen waarin werd meegedeeld dat klager niet ter zitting zou verschijnen. Verweerder is ter zitting verschenen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

 - de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop

   de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

 - het verzetschrift van klager d.d. 28 februari 2012;

 - de brief van klager d.d. 29 februari 2012.

2 FEITEN

2.1 Tegen de feiten, vermeld in punt 2 van de bestreden beslissing, is geen bezwaar aangevoerd. De Raad verwijst naar die feiten en neemt die over.

3 KLACHT EN VERZET

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder in de tuchtprocedure bij het Centraal College voor de Gezondheidszorg de neuroloog niet had mogen aanschrijven zonder een medische machtiging. Daarmee heeft verweerder, zo stelt klager, in strijd met de regels van de WGBO  gehandeld en tevens in strijd met artikel 10 van de Grondwet, dat de persoonlijke levenssfeer beschermt.

3.2 In het verzet heeft klager zijn bezwaar tegen het handelen van verweerder gehandhaafd.

4 BEOORDELING VAN HET VERZET

4.1 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen van de klacht dan die van de voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klachtonderdelen en maakt die tot de zijne.

4.2 Het voorgaande brengt mee dat het verzet ongegrond is.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H.M.M. Steenberghe, voorzitter, en mrs. P.J.F.M. de Kerf, E.A.T.M. Steverink, E. Bige en H. Dulack, leden van de raad, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier, uitgesproken ter openbare zitting van 23 juli 2012.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 24 juli 2012 per (aangetekende) brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.