Rechtspraak
Uitspraakdatum
13-01-2012
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2012:YA2967
Zaaknummer
6124
Inhoudsindicatie
Verweerder had de wens van klager (om niet meer voor hem op te treden) onvoldoende gerespecteerd, waardoor klager post in een strafzaak niet ontving. Beroep van klager niet ontvankelijk, omdat zijn klacht door de raad geheel gegrond was verklaard. Gegrond. Geen maatregel.
Uitspraak
Beslissing van 13 januari 2012
in de zaak 6124
naar aanleiding van het wederzijds hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 6 juni 2011, onder nummer B242-2010, aan partijen toegezonden op 7 juni 2011, waarbij het verzet tegen de beslissing van de voorzitter gegrond is verklaard en de klacht gegrond is verklaard zonder oplegging van enige maatregel.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 12 juni 2011 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 30 juni 2011 ter griffie van het hof ontvangen.
2.3 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van klager;
- de brief van klager aan het hof van 18 juli 2011;
- de brief van klager aan het hof van 14 oktober 2011;
- de brief van klager aan het hof van 20 oktober 2011.
2.4 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 14 november 2011, waar klager en verweerder zijn verschenen.
3 KLACHT
De klacht luidt als volgt:
Verweerder is als toegevoegd advocaat voor klager blijven optreden, terwijl klager op 23 december 2009 te kennen had gegeven geen gebruik meer te willen maken van zijn diensten.
4 FEITEN
In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 Op het door klager ingestelde beroep overweegt het hof als volgt:
Artikel 56 lid 1 van de Advocatenwet bepaalt dat klagers, die de klacht hebben ingediend die tot de beslissing van de raad heeft geleid, van die beslissing hoger beroep kunnen instellen indien hun klacht geheel of ten dele ongegrond is verklaard. Nu klagers klacht gegrond is verklaard kan hij van deze beslissing niet in hoger beroep komen en dient hij om die reden niet-ontvankelijk te worden verklaard.
5.2 Op het door verweerder ingestelde beroep overweegt het hof als volgt:
Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.3 De grieven van verweerder tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
- verklaart klager niet-ontvankelijk in zijn beroep tegen de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Hertogenbosch van 6 juni 2011, gegeven onder nummer B242-2010;
- en bekrachtigt voornoemde beslissing.
Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. A. Beker, J.P. Balkema, P.H. Holthuis en C.A.M.J. Raymakers, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2012.