Rechtspraak
Uitspraakdatum
16-04-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2649
Zaaknummer
11-173
Inhoudsindicatie
Klacht is ingediend tegen de eigen advocaat. Optreden van advocaat in een verdelingskwestie. Advocaat zou te hoge declaraties hebben verzonden. Advocaat heeft opdrachtbevestiging gestuurd, welke door klager is ondertekend. Advocaat heeft gematigd uurtarief gehanteerd. Advocaat heeft specificaties meegestuurd. Klacht ongegrond.
Uitspraak
11-173
BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM
Bij brief van 19 december 2011 heeft mr. L.J. Böhmer, deken van de orde van advocaten in het arrondissement Utrecht, ter kennis van de raad van discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem gebracht de klacht van:
De X
wonende te Erinchem
hierna te noemen klager
tegen:
mr. Y
advocaat te Soest
hierna te noemen verweerster
1.
De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem van 20 februari 2012. Partijen zijn verschenen.
De raad heeft bij behandeling van de klacht zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, en mrs. C.J.M. de Vlieger, J.R.O. Dantuma, J.H. Brouwer en F.A.M. Knüppe, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. M. Stevens als griffier. Van de zitting is proces-verbaal opgemaakt.
2.
Klager verwijt verweerster dat zij zich niet heeft gedragen zoals een goed advocaat betaamt, omdat zij te hoge declaraties aan klager zou hebben verzonden.
3.
De raad gaat uit van de volgende gegevens:
Verweerster heeft klager bijgestaan in een verdelingskwestie. Bij brief van 11 november 2008 heeft verweerster aan klager een opdrachtbevestiging gestuurd, met daarin onder andere vermeld haar uurtarief, de bijkomende kosten en de wijze van declareren. Klager heeft de opdrachtbevestiging voor akkoord ondertekend.
Op 16 april 2009 heeft verweerster aan klager per e-mail aangeboden dat voor het opstellen van de dagvaarding tot verdeling van de huwelijksgemeenschap maximaal een half uur aan honorarium in rekening zou worden gebracht. Verweerder heeft hiermee ingestemd, bij e-mail van 23 april 2009.
In correspondentie tussen partijen nadien heeft verweerster – en bij haar afwezigheid haar waarneemster – klager geadviseerd over de juridische haalbaarheid van zijn standpunten. Uit die correspondentie blijkt eveneens dat partijen voortdurend gecommuniceerd hebben over de hoogte van de declaraties en de vragen die klager daarover had. Een en ander heeft geleid tot een bericht van 23 september 2010 van verweersters waarneemster aan klager, waarin onder andere het volgende is vermeld: “… Je (lees: klager) blijft adviezen negeren en je vasthouden aan juridisch niet haalbare standpunten. Aan de ene kant wil je niet dat ik uren in je zaak besteed, aan de andere kant zorg je er door je opstelling voor dat de uren oplopen. Het is niet werkbaar om voor elke werkzaamheid een beraming van de kosten aan je te mailen. Daarnaast is dat tijdrovend en dus kostbaar. Je krijgt maandelijks een overzicht van de besteedde uren, waarbij de werkzaamheden voor jou tegen gematigd uurtarief worden berekend. Je kunt er vanuit gaan dat ik mijn werkzaamheden voor jou zo efficiënt mogelijk verricht. Als je hierin geen vertrouwen hebt, kan ik mijn werkzaamheden voor jou niet voortzetten. Graag krijg ik van je bevestigd dat je vertrouwen hebt in de wijze waarop je wordt bijgestaan.”
Op 5 oktober 2010 spreken partijen af dat verweersters waarneemster klager zal waarschuwen wanneer de tijdsbesteding in een bepaalde maand de twee uur zal overschrijden. Klager spreekt zijn vertrouwen in de behartiging van zijn belangen uit.
4.
Klager heeft ter toelichting op de klacht het volgende aangevoerd:
Klager meent dat de aan hem verleende rechtsbijstand te duur is geweest.
5.
Verweerster heeft in reactie op de klacht het volgende aangevoerd:
Verweerster stelt dat zij met klager duidelijke afspraken heeft gemaakt over het te hanteren uurtarief en klager ook gaandeweg voldoende heeft aangegeven dat zijn opstelling tot kosten zou leiden. Bij de declaraties zijn telkens specificaties gevoegd zodat klager kon controleren waaraan de gedeclareerde tijd was besteed. Eventuele onduidelijkheden of onjuistheden ten aanzien van de vergoeding van reistijd en/of kilometervergoeding in de declaraties zijn rechtgezet.
6.
De raad beoordeelt de klacht als volgt:
Verweerster heeft bij aanvaarding van de opdracht de financiële consequenties daarvan, zoals het uurtarief en de wijze van declareren, met klager besproken. De afspraken zijn neergelegd in de opdrachtbevestiging, welke door klager is ondertekend. Dat alles is op heldere wijze gebeurd.
Uit de dossierstukken valt niet op te maken waar verweerster – of haar waarneemster tijdens verweersters verlof – tuchtrechtelijk een verwijt te maken valt. Verweerster heeft een gematigd uurtarief gehanteerd en zij heeft inzicht gegeven in de door haar bestede tijd in klagers zaak. Verweerster is de afspraak over het opstellen van de verdelingsdagvaarding, maximaal een half uur, nagekomen. In de bevestiging van die afspraak valt niet te lezen dat andere werkzaamheden dan het opstellen van bedoelde dagvaarding, laat staan alle bemoeienissen rondom bijstellingen die klager aangebracht wenste te zien (zoals uit de hiervoor geciteerde e-mail blijkt) onder die prijsafspraak vielen.
Met de, steeds controleerbare, declaraties was, mede in het licht van het voorgaande niets mis. Van tuchtrechtelijk laakbaar handelen is niet gebleken.
DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:
Verklaart de klacht ongegrond.
Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 16 april 2012.
Griffier Voorzitter