Rechtspraak
Uitspraakdatum
11-05-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRLEE:2012:22
Zaaknummer
68/12
Inhoudsindicatie
Een klaagschrift moet aan bepaalde criteria voldoen, zoals naam en adres van klager, de omschrijving van de klacht en de feiten en gronden waarop de klacht berust. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.
Uitspraak
Beslissing van 11 mei 2012
in de zaak 68/12
naar aanleiding van de klacht van:
de heer [ ]
klager
tegen:
mr. [ ]
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de orde van advocaten in het arrondissement L. van 17 april 2012 met kenmerk 011/012 KL053, door de raad ontvangen op 18 april 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:
Klager is verwikkeld geweest in een echtscheidingsprocedure. Tegen het vonnis waarbij de echtscheiding is uitgesproken, heeft de toenmalige echtgenote van klager hoger beroep ingesteld. Verweerster heeft voor klager in appel verweer gevoerd. De echtscheiding is uiteindelijk uitgesproken op 26 november 2004.
3 KLACHT
De klacht luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.
Verweerster heeft noodgedwongen de behandeling van de echtscheidingszaak van klager overgenomen van een andere advocaat. Na de echtscheiding heeft verweerster de zaak overgedragen aan weer een andere advocaat. Verweerster heeft gezegd dat zij de boedelscheiding niet wilde doen en zij heeft klager niet geholpen met de aanklacht van het personeel van de Amrobank te O. Verweerster moet van alles op de hoogte zijn geweest. Zij heeft een nieuw kantoor geopend te D. en heeft daar alle medewerking gekregen van andere advocatenkantoren in D. Voorts heeft verweerster klager niet correct vertegenwoordigd bij de rechtbank te L.
4 VERWEE R
Het verweer luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.
Verweerster heeft ten behoeve van klager verweer gevoerd in appel in de echtscheidingsprocedure van klager tegen zijn toenmalige echtgenote. De echtscheiding heeft uiteindelijk plaatsgevonden op 26 november 2004. Daaraan voorafgaand heeft verweerster nog een procedure gevoerd tot opheffing van het door de wederpartij gelegde beslag. Vervolgens is klager bij brief van 23 november 2004 meegedeeld door verweerster dat zij hem niet verder zou bijstaan in de afwikkeling van de huwelijksgemeenschap dan wel anderszins. Vervolgens is klager, voor zover verweerster bekend, naar een andere advocaat gegaan. De door klager aangevoerde verwijten, waaronder die betreffende de “ samenspanning” met collega’s en de Amrobank kan verweerster niet plaatsen.
5 BEOORDELING
Hoewel niet in de Advocatenwet opgenomen, dient het klaagschrift te voldoen aan bepaalde criteria. Naast naam en adres van klager, dient het klaagschrift tevens te bevatten de klacht en de feiten en gronden waarop deze berust. Van een behoorlijke omschrijving van de klacht en de feiten waarop deze berust is in het onderhavige geval geen sprake, zodat verweerster zich ook niet kan verweren. Om deze reden oordeelt de voorzitter klager dan ook kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht.
6 BESLISSING
De voorzitter van de raad van discipline oordeelt klager kennelijk niet-ontvankelijk in zijn klacht.
Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier op 11 mei 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 14 mei 2012 per aangetekende post verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Leeuwarden.
Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Leeuwarden binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort Leeuwarden, Postbus 399, 9400 AJ Assen (fax: 0592-305759) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.