Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

27-02-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2012:YA2603

Zaaknummer

H 107-2011

Inhoudsindicatie

De klacht betreft het optreden van de advocaat van een derde partij. Uitgangspunt is dat een advocaat een ruime mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Onder omstandigheden kan een advocaat gehouden zijn nadere informatie in te winnen omtrent het door hem van zijn cliënt ontvangen bewijsmateriaal. In casu is niet komen vast te staan dat dit onrechtmatig is verkregen.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 27 februari 2012

in de zaak H 107-2011

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

 

klagers

 

tegen:

B

 

verweerder

 

1.      VERLOOP VAN DE PROCEDURE

 

1.1     Bij brief van 10 mei 2011, ter griffie ontvangen op 13 mei 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement ’s-Hertogenbosch de door klagers op 9 april 2011 ingediende klacht toegezonden aan de raad tezamen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2     De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 9 januari 2012 in aanwezigheid van klagers en verweerder. Van deze behandeling is proces verbaal opgemaakt.

 

1.3     De raad heeft kennis genomen van:

          -    de in 1.1 genoemde brief van de deken aan de Raad;

          -    de bij deze brief gevoegde stukken;

          -    De brief van klager jr. van 9 en 16 mei 2011 met bijlagen.

 

2.       FEITEN

 

2.1     Verweerder heeft in maart 2011 ten behoeve van zijn cliënt bij de rechtbank C een verzoekschrift ingediend tot beëindiging van de alimentatieverplichting van zijn cliënt.

 

2.2     Bij dit verzoekschrift zijn door hem documenten gevoegd ondermeer bestaande uit persoonlijke brieven en e-mails van klagers aan derden.

 

 

 

 

 

 

3.       DE KLACHT

 

3.1     Verweerder heeft zich niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt, want hij heeft zich bediend van stukken, die hij c.q. zijn cliënt onrechtmatig heeft verkregen.

 

 

 

4.       HET VERWEER

 

4.1     De cliënt van verweerder had het vermoeden dat zijn ex-vrouw samenwoonde met een ander. Ter staving van dit vermoeden zijn brieven van klagers overgelegd. Volgens de cliënt van verweerder had hij deze gekregen van zijn ex-vrouw. Van enige onrechtmatigheid was geen sprake.

 

5.       BEOORDELING VAN DE KLACHT            

 

5.1     De Raad stelt vast dat de klacht het optreden betreft van de advocaat van een derde partij. Uitgangspunt daarbij is dat een advocaat een ruime mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Daarbij mag hij gebruik maken van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en mag hij in het algemeen afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal.

 

5.2     Onder omstandigheden kan een advocaat gehouden zijn nadere informatie in te winnen omtrent het door hem van zijn cliënt ontvangen bewijsmateriaal.

 

5.3     Verweerder heeft aangegeven dergelijke informatie aan zijn cliënt te hebben gevraagd en van deze te hebben verkregen. Daaruit heeft hij mogen afleiden dat het hem ter beschikking gestelde materiaal op rechtmatige wijze was verkregen en mocht hij daar gebruik van maken.

 

5.4     Op grond hiervan moet vastgesteld worden dat niet is komen vast te staan dat verweerder c.q. diens cliënt de ten processe overgelegde documenten onrechtmatig heeft verkregen. Klagers hebben geen feiten of omstandigheden gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, die doen inzien, dat verweerder wèl op een onrechtmatige wijze de beschikking over de door klagers bedoelde documenten heeft gekregen. Daarom zal de Raad de klacht als ongegrond afwijzen.

 

 

6.       BESLISSING

 

          De Raad wijst de klacht als ongegrond af.

 

 

Aldus gewezen door  mr. G.J.E. Poerink, voorzitter, mrs. I.E.M. Sutorius,

mevr. Th. Kremers , mevr. A.A. Freriks, A.A.J. Maat, leden, met bijstand van mr. C.M. van Lanschot als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 27 februari 2012.

 

 

 

Voorzitter                                                                      Griffier

 

 

Verzonden op: 28 februari 2012.

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient uw appelmemorie in het bezit t e zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline

 

a. Per post. Het postadres van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging. De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend    

    plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax. Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608; tegelijkertijd met de indiening per fax dienen

   de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607