Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-02-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2428

Zaaknummer

R. 3877/12.11

Inhoudsindicatie

Geen sprake van door klager gestelde valsheid in geschrifte. Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

 

De (plaatsvervangend) voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam d.d. 6 januari 2012 met kenmerk R 11/12/34, door de Raad ontvangen op 9 januari 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

1.1 Klager heeft een geschil met zijn verhuurder.

1.2 De verhuurder wordt bijgestaan door verweerder.

1.3 Verweerder heeft klager namens zijn cliënte in rechte betrokken gedagvaard in een civiele procedure bij de kantonrechter te Leiden terzake van huurachterstand.

 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.

2.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij een doortrapte constructie van een ongeloofwaardig samenstelling van brieven heeft gebruikt om te proberen klager het recht op en de mogelijkheid tot bezwaar te ontnemen. Klager stelt dat sprake is van valsheid in geschrifte met geldelijk gewin ten koste van klager als doel. Voorts verwijt klager verweerder dat hij de indruk wekt dat hij de onheuse constructie samen met de heer B. heeft bedacht en uitgevoerd. Daarom meent klager dat hij een specifieke brief bewust niet aangetekend heeft verstuurd. Klager heeft gesteld dat deze brief in het geheel niet aan hem is verzonden.

 

3 BEOORDELING

3.1 Vooropgesteld wordt dat een advocaat een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze als hem in overleg met cliënt goeddunkt. Het tuchtrecht dient er niet toe om deze vrijheid van de advocaat te beknotten. Deze vrijheid brengt evenwel mee dat advocaat de belangen van de wederpartij van zijn cliënt niet nodeloos en op ontoelaatbare wijze mag schaden.

3.2 Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat verweerder valsheid in geschrifte heeft gepleegd. Verweerder heeft gehandeld in opdracht en in het belang van zijn cliënt. Een oordeel over het inhoudelijk geschil met de verhuurder met betrekking tot de huurverhoging is niet aan de tuchtrechter, dit oordeel is voorbehouden aan de civiele rechter. Het ligt in die procedure ook op de weg van klager de tussen hem en de (gemachtigde van) verhuurder gevoerde correspondentie over het voetlicht te brengen. Op basis van de stukken en ook overigens kan niet worden vastgesteld dat verweerder de hem hiervoor bedoelde toekomende ruime mate van vrijheid te buiten is gegaan dan wel zich in een of ander opzicht niet heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamd.

3.3 Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk ongegrond te worden verklaard.

 

4 BESLISSING

Wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 2 februari 2012.

 

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 3 februari 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.