Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-04-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2661

Zaaknummer

11-145

Inhoudsindicatie

Beslissing op verzet

Inhoudsindicatie

Geen handelen  i.s.m. Gedragsregel 9  doordat advocaat ondanks  uitdrukkelijk verzoek van cliënt om dat niet te doen toch telefonisch contact heeft gehad met de wederpartij. Verzet ongegrond.

Uitspraak

Beslissing van 16 april 2012

in de zaak 11-145 

naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 16 december 2011, verzonden op 19 december 2011 op de klacht van:

klager

wonende te [plaats]

tegen:

verweerster

advocaat te [plaats]

1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1 Bij brief aan de raad van 14 november 2011, door de raad ontvangen op 16 november 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 Bij beslissing van 16 december 2011 heeft de voorzitter van de raad de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond afgewezen. Deze beslissing is op 19 december 2011 verzonden aan klager.

1.3 Bij brief van 22 december 2011 door de raad ontvangen op 23 december 2011, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.

1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 27 februari 2012 in aanwezigheid van mr. D. Vergunst, voorzitter, en mrs. A. Gerritsen-Bosselaar, I.P.A. van Heijst, C.J. Lunenberg-Demenint en H.J.P. Robers, leden van de raad, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier. Verweerster is ter zitting verschenen, bijgestaan door haar kantoorgenoot mr. [naam]. Klager heeft de raad laten weten wegens ziekte niet in staat te zijn ter zitting te verschijnen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.5 De raad heeft kennisgenomen van:

 de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;

- het verzetschrift van klager d.d. 22 december 2011.

2 FEITEN

2.1 Tegen de feiten, vermeld in de bestreden beslissing, is geen bezwaar aangevoerd. De Raad verwijst naar die feiten en neemt die over.

3 KLACHT EN VERZET

3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

a) zij het Flevoziekenhuis niet aansprakelijk heeft gesteld voor de materiële en immateriële schade die klager stelt geleden te hebben en in plaats daarvan het Flevoziekenhuis slechts heeft verzocht om klager een tegemoetkoming te bieden voor de door hem geleden (immateriële) schade;

b) zij op 23 september 2011 telefonisch contact heeft gehad met zijn wederpartij, het Flevoziekenhuis, terwijl klager haar expliciet had verzocht dat niet te doen, waardoor verweerster in strijd met Gedragsregel 9 heeft gehandeld;

c) verweerster hem een “domme ongeschoolde allochtoon” genoemd zou hebben.

3.2 In het verzet heeft klager zijn bezwaar tegen het handelen van verweerster gehandhaafd. Klager betoogt nogmaals dat verweerster het Flevoziekenhuis aansprakelijk had moeten stellen. Dit zou tot gevolg gehad hebben dat het ziekenhuis hiervan melding had moeten maken bij de aansprakelijkheidsverzekering. Klager schrijft in zijn verzetschrift dat klachtonderdeel c niet door hem als klacht is ingediend.

4 BEOORDELING VAN HET VERZET

4.1 De behandeling van het verzet heeft niet geleid tot andere beschouwingen of conclusies ten aanzien van de onderdelen a en b van de klacht dan die van de voorzitter. De raad verenigt zich met diens beoordeling van de klachtonderdelen a en b en maakt die tot de zijne. Nu klager aangeeft dat klachtonderdeel c niet door hem als klacht is ingediend gaat de raad ervan uit dat dit onderdeel geen bespreking meer behoeft.

4.2 Het voorgaande brengt mee dat het verzet ongegrond is.

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart het verzet ongegrond.

Aldus gewezen door mr. mr. D. Vergunst, voorzitter, en mrs. A. Gerritsen-Bosselaar, I.P.A. van Heijst, C.J. Lunenberg-Demenint en H.J.P. Robers, leden van de raad, bijgestaan door mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier, uitgesproken ter openbare zitting van 16 april 2012.

griffier voorzitter                     

Deze beslissing is in afschrift op 16 april 2012 per (aangetekende) brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht

- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.