Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

10-05-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA3115

Zaaknummer

R. 3957/12.91

Inhoudsindicatie

Niet kan worden vastgesteld dat verweerster fouten heeft gemaakt in de procedure. Het feit dat de rechter de vordering van klager niet in zijn voordeel heeft beslist kan niet aan verweerster worden verweten. De rechter heeft overigens kennelijk mede op grond van klagers uitspraken ter zitting geoordeeld dat klager wanprestatie heeft gepleegd en dat K. de rekeningen van klager niet hoefde te voldoen.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

De tuchterechter is niet bevoegd te oordelen over een vordering tot schadevergoeding.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk ongegrond.

Uitspraak

De voorzitter van de Raad van Discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennis genomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam d.d. 11 april 2012, door de Raad ontvangen op 12 april 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

 

1 FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan.

1.1 (De eenmanszaak van) klager heeft in juli 2008 in opdracht van K. een reclamelichtbak ontworpen en geproduceerd voor op het dak van het bedrijfspand van K.

1.2 K. heeft voor voornoemde werkzaamheden een bedrag van € 2.800,00, exclusief BTW, aan de eenmanszaak van klager voldaan.

1.3 Klager heeft in oktober 2008 aanvullend een constructie voor voornoemde lichtbak vervaardigd om daarop de lichtbak te monteren. In verband met deze werkzaamheden heeft (de eenmanszaak van) klager een bedrag van € 2.570,00 (inclusief BTW) aan K. in rekening gebracht.

1.4 Na klachten van K. over “vlekkerigheid” van het door de lichtbak afgegeven licht, heeft klager nog een aantal TL buizen in de lichtbak bijgeplaatst. Voor deze werkzaamheden heeft (de eenmanszaak van) klager een bedrag van € 1.614,83 (inclusief BTW) aan K. in rekening gebracht. K. heeft de laatste twee rekeningen onbetaald gelaten.

1.5 Klager heeft zich in september 2010 tot verweerster gewend in verband met het incasseren van voornoemde rekeningen.

1.6 Op 7 oktober 2010 heeft de deurwaarder in opdracht van verweerster op verzoek van klager ten laste van K. conservatoir derdenbeslag gelegd onder de bank. In november 2010 is gebleken dat dit beslag geen doel heeft getroffen.

1.7 Bij vonnis van 8 juni 2011 van de rechtbank Dordrecht, sector kanton, is de vordering van klager tot betaling van de openstaande rekeningen van klager door de rechter afgewezen en is klager veroordeeld in de proceskosten. Klager is niet in hoger beroep gekomen van dit vonnis.

1.8 Bij brief van 8 januari 2012 heeft klager een klacht tegen verweerster ingediend bij de deken.

 

2 KLACHT

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet.

2.2 Meer in het bijzonder verwijt klager verweerster dat zij fouten heeft gemaakt in de procedure die zij voor klager heeft gevoerd. Daardoor en door de onervarenheid van de rechter is zijn vordering afgewezen. Klager heeft verweerster verantwoordelijk gesteld voor de advocaatkosten die hij voor niets heeft moeten maken. Klager vordert voorts een vergoeding van de door hem geleden schade vanwege wanprestatie van de zijde van verweerster.

 

3 BEOORDELING

3.1 Vooropgesteld wordt dat een advocaat bij de behandeling van een zaak de leiding heeft en vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid dient te bepalen met welke aanpak de belangen van zijn cliënt het beste gediend zijn. Daarbij komt de advocaat een grote mate van vrijheid toe om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Wel moet de advocaat zijn cliënt duidelijk maken hoe hij te werk zal gaan en aangeven waartoe hij wel of niet bereid is. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen is overigens in het algemeen pas sprake als een advocaat bij de behartiging van de zaak kennelijk onjuist optreedt of adviseert en de belangen van zijn cliënt daardoor worden geschaad. De voorzitter zal het optreden van verweerder derhalve aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

3.2 Op basis van de stukken kan niet worden vastgesteld dat verweerster fouten heeft gemaakt in de procedure. Dat de rechter de vordering van klager niet in zijn voordeel heeft beslist, kan verweerster niet worden verweten. De rechter heeft overigens kennelijk mede op grond van klagers uitspraken ter zitting (vide overweging 4.4 van het vonnis) geoordeeld dat klager wanprestatie heeft gepleegd en dat K. de rekeningen van klager niet hoefde te voldoen. Of de rechter onervaren, ondeskundig en/of vooringenomen was, staat niet ter beoordeling van de tuchtrechter.

3.3 De tuchtrechter is niet bevoegd te oordelen over een vordering dat een advocaat een door zijn gedraging veroorzaakte schade geheel of gedeeltelijk dient te vergoeden. Een vordering tot vergoeding van schade in dat kader kan alleen aanhangig worden gemaakt bij de civiele rechter.

3.4 Gelet op het voorgaande dient de klacht kennelijk ongegrond te worden verklaard.

 

4 BESLISSING

wijst de klacht als kennelijk ongegrond af.

 

Aldus gewezen door mr. M.F. Baaij, voorzitter, met bijstand van mr. M. Boender-Radder als griffier op 10 mei 2012.

griffier                                                                         voorzitter

 

 

Deze beslissing is in afschrift op 11 mei 2012 per aangetekende post verzonden aan:

- klager

- verweerster

- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klagers en de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de Raad van Discipline in het ressort ‘s-Gravenhage, Postbus 85850, 2508 CN ’s-Gravenhage (faxnummer: 070-350 10 24). Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de Raad van Discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.