Rechtspraak
Uitspraakdatum
13-01-2012
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2012:YA2966
Zaaknummer
6111
Inhoudsindicatie
Verwijt aan advocaat wederpartij over diens opstelling. Ongegrond
Uitspraak
Beslissing van 13 januari 2012
in de zaak 6111
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 9 mei 2011, onder nummer M 193-2010, aan partijen toegezonden op 10 mei 2011, waarbij van een klacht van klager tegen verweerder de klacht als ongegrond is afgewezen.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 31 mei 2011 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerder;
- de brief van klager aan het hof van 15 juli 2011;
- de brief van klager aan het hof van 4 augustus 2011;
- de brief van klager aan het hof van 24 oktober 2011.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 14 november 2011, waar klager en verweerder zijn verschenen. Verweerder heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.
3 KLACHT
De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat:
verweerder heeft zich in de echtscheidingszaak, waarin hij voor de wederpartij van klager optrad, op schofferende wijze uitgelaten over de persoon van klager, stond iedere redelijke oplossing in de weg en zocht bewust de confrontatie, waardoor zelfs de minderjarige dochter van klager onherstelbaar is beschadigd.
4. FEITEN
In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5. BEOORDELING
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s Hertogenbosch 9 mei 2011, gegeven onder nummer M 193-2010.
Aldus gewezen door mr. J.H.C. Schouten, voorzitter, mrs. A. Beker, J.P. Balkema, P.H. Holthuis en C.A.M.J. Raymakers, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2012.