Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

11-01-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA2402

Zaaknummer

R. 3863/11.266

Inhoudsindicatie

Klager heeft als vader van zijn (meerderjarige) dochter geen recht te klagen over het handelen van de advocaat van zijn dochter. Dit recht is voorbehouden aan de dochter van klager.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

Uitspraak

 

Verloop van de procedure

1 Bij e-mail bericht van 4 juli 2011 met bijlage, aangevuld met een faxbericht van 17 augustus 2011 met bijlage, heeft klager een klacht ingediend tegen verweerster. Het door de wet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam. Het dossier is op 16 december 2011 bij de Raad van Discipline binnengekomen.

 

Inhoud van de klacht

2 Klager verwijt verweerster dat zij de belangen van de meerderjarige dochter van klager niet naar behoren behartigt.

 

De feiten

3 Uit de stukken blijkt het volgende:

- De (meerderjarige) dochter van klager is op grond van de Wet Bijzonder Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ) gedwongen opgenomen geweest.

- In het kader van die dwangopname heeft verweerster de belangen van klagers meerderjarige dochter behartigd.

 

Beoordeling van de klacht

4.1 De Advocatenwet heeft niet een klachtrecht in het leven geroepen voor een ieder, doch slechts voor degene die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn of haar belang is of kan worden getroffen. Voor zover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke procedure vereist is, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken. Klager is als vader van zijn (meerderjarige) dochter weliswaar betrokken bij het lot van zijn dochter, maar dat geeft hem nog niet het recht over het handelen van verweerster te klachten. Dit recht is voorbehouden aan de dochter van klager.

4.2 Gelet op het voorgaande dient de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk te worden afgewezen.

 

 

Beslissende

Wijst de klacht als kennelijk niet-ontvankelijk af.

Aldus gedaan door Jhr. mr. A.W. Beelaerts van Blokland, plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Discipline in het ressort ’s-Gravenhage op 11 januari 2012.

 

 

Voorzitter   

 

Van deze beslissing kan binnen 14 dagen na verzending van het afschrift verzet worden ingesteld.

De eerste dag van deze termijn van 14 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de veertiende dag dient Uw verzetschrift in het bezit te zijn van de griffier van de Raad van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van het verzetschrift maar om tijdige ontvangst door de griffie van de Raad. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.