Rechtspraak
Uitspraakdatum
14-12-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3807
Zaaknummer
85/11
Inhoudsindicatie
Advocaat van de wederpartij van klager heeft een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Indien de cliënt van de wederpartij, in strijd met hetgeen door de rechter is bepaald, een bezoekregeling wijzigt, kan niet zondermeer de advocaat van die wederpartij daarvan een verwijt worden gemaakt. In de correspondentie hieromtrent heeft de advocaat slechts het standpunt van zijn cliënt verwoord. Het verzet is ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 14 december 2012
in de zaak 85/11
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van discipline van 23 september 2011 op de klacht van:
de heer [ ]
klager
tegen:
mr. [ ]
verweerder
gemachtigde: mr. [ ]
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 1 september 2011 met kenmerk 010/011 KG092, door de raad ontvangen op 2 september 2011, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 23 september 2011 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 27 september 2011 is verzonden aan klager.
1.3 Bij brief van 6 oktober 2011 door de raad ontvangen op 10 oktober 2011, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 21 september 2012 in aanwezigheid van mr. J., namens mr. L. Klager is niet verschenen ter zitting. Van de behandeling is proces verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en
van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven, alsmede het verzetschrift van klager d.d. 6 oktober 2011.
2 FEITEN
2.1 Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.2 Voor een weergave van de vaststaande feiten verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 KLACHT EN VERZET
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat verweerder in strijd met de Gedragsregels heeft gehandeld door zijn cliënt te adviseren gerechtelijke vonnissen te negeren en mee te gaan in de gedachtegang van cliënt. In de beslissing van de voorzitter is voorop gesteld dat volgens vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline bij de beoordeling van een klacht over het optreden van een advocaat van de wederpartij, ervan behoort te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt en dat deze vrijheid niet ten gunste van de wederpartij mag worden beknot, tenzij daarbij haar belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Deze vrijheid vindt haar beperking onder meer hierin dat de advocaat zich niet hetzij mondeling, hetzij schriftelijk onnodig grievend mag uitlaten over de wederpartij van zijn cliënt en de advocaat geen feiten mag poneren waarvan hij de onwaarheid kent of redelijkerwijs kan kennen. De voorzitter heeft geoordeeld dat verweerder de grenzen van zijn vrijheid niet heeft overschreden en dat niet gebleken is dat verweerder zelf de hand heeft gehad in het niet nakomen van de voorlopig vastgestelde omgangsregeling.
3.2 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, in dat de voorzitter er geheel aan voorbij gaat dat er een kortgeding vonnis lag van 24 maart 2011 waarbij de rechter in kortgeding de ex-echtgenote dwingend heeft voorgeschreven dat zij zich aan de bezoekregeling diende te houden. Niet voor niets heeft de voorzieningenrechter een eerder opgelegd boetebeding bekrachtigd. Gezien de achtergrond van het vonnis had verweerder zich beter moeten laten informeren en zelf moeite moeten doen om achter de motieven van de ex-echtgenote van klager te komen. Te gemakkelijk wordt in de beslissing van de voorzitter gesteld dat de advocaat slechts de boodschapper is. Een advocaat heeft in de visie van klager de plicht zijn cliënten in toom te houden en te behoeden voor een boetebeding. Door desondanks als boodschapper te fungeren suggereert de advocaat het normaal en acceptabel te vinden dat gerechtelijke vonnissen worden geschonden. Door deze handelwijze zijn de belangen van klager ernstig geschaad en is hem contact met zijn kind onthouden
4 VERWEER
4.1 Verweerder handhaaft hetgeen in de schriftelijke stukken door hem naar voren is gebracht.
5 BEOORDELING
5.1 De raad begrijpt dat kwesties als de onderhavige emoties oproepen bij de betrokken partijen. De raad dient het handelen van verweerder echter te toetsen aan de voor advocaten geldende regels. Hetgeen de voorzitter heeft overwogen omtrent de vrijheid die de advocaat van de wederpartij toekomt, is juist. Dit is vaste jurisprudentie van het Hof van Discipline. Zoals de voorzitter terecht heeft overwogen heeft verweerder niet de grenzen van hetgeen hem is toegestaan overschreden. Het verzet is dan ook ongegrond.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. F.P. Dresselhuys-Doeleman, voorzitter, mrs. A.D.G. Bakker, A.J.H. Geense, M.I. van Horssen-Bok, L.J. van der Veen, leden en bijgestaan door mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 14 december 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 17 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Groningen
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.