Rechtspraak
Uitspraakdatum
25-06-2012
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3640
Zaaknummer
6337
Inhoudsindicatie
Raad verklaarde dekenbezwaar gegrond en legde maatregel van waarschuwing op. De deken trok bezwaar in nadat verweerder appel had ingesteld. Het hof vernietigt de beslissing van de raad.
Uitspraak
Beslissing van 25 juni 2012
in de zaak 6337
naar aanleiding van het hoger beroep van:
verweerder
tegen:
De Deken van de Orde van Advocaten
in het arrondissement Rotterdam
de deken
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage (verder: de raad) van 16 januari 2012, onder nummer R.3305/09.137, aan partijen toegezonden op 17 januari 2012, waarbij een bezwaar van de deken tegen verweerder gegrond is verklaard en de maatregel waarschuwing is opgelegd.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij verweerder van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 9 februari 2012 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van de stukken van de eerste aanleg.
2.3 Bij brief van 16 mei 2012 van de deken aan de griffie van het hof heeft de deken schriftelijk kenbaar gemaakt zijn bezwaar in te trekken.
3 BEOORDELING
De deken heeft het hof laten weten dat na de uitspraak van de raad en het instellen van het hoger beroep door verweerder, overleg heeft plaatsgevonden met verweerder. Gezien de toezeggingen die tijdens het overleg en in de daaropvolgende briefwisseling zijn gedaan, acht de deken het niet opportuun de dekenklacht tegen verweerder te handhaven. Het hof begrijpt de brief van 16 mei 2012 van de deken aldus dat hij het hof verzoekt de beslissing van de raad te vernietigen en te verstaan dat op de klacht niet behoeft te worden beslist. Naar het oordeel van het hof zijn er geen omstandigheden die aan toewijzing van dit verzoek in de weg staan. Dit leidt tot navolgende beslissing van het hof.
DE BESLISSING
Het Hof van Discipline:
- vernietigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Gravenhage van 16 januari 2012, gewezen onder nummer R.3305/09.137;
- verstaat dat niet meer op het bezwaar behoeft te worden beslist.
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, J.H.J.M. Mertens-Steeghs, H. van Loo en W.K. van Duren, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 25 juni 2012.