Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

16-04-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRARN:2012:YA2648

Zaaknummer

11-169

Inhoudsindicatie

Verzetzaak. Verweerders zouden feiten hebben genegeerd, geen herzieningsverzoek hebben ingediend en gehandeld hebben terwijl er sprake is van conflicterend belang. Aan verzet liggen dezelfde argumenten ten grondslag als aan de klacht. Hetgeen ter zitting is aangevoerd, geeft geen aanleiding tot andere uitkomst. Verzet ongegrond.

Uitspraak

11-169

BESLISSING VAN DE RAAD VAN DISCIPLINE IN HET RECHTSGEBIED VAN HET GERECHTSHOF TE ARNHEM

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad op de klacht van:

De heer A

De heer B

De heer C

Vertegenwoordigd door:

De heer H. van den Noort

te Amersfoort

hierna te noemen: klagers

tegen:

mr. X

mr. Y

advocaten te Utrecht

Vertegenwoordigd door:

mr. A. Schellart

te Utrecht

hierna te noemen: verweerders

1.

Het verzet is behandeld ter openbare zitting van de raad van discipline in het rechtsgebied van het gerechtshof te Arnhem van 20 februari 2012. De gemachtigden van partijen zijn verschenen.

 

De raad heeft bij behandeling van de klacht zitting gehouden in de volgende samenstelling: mr. B.P.J.A.M. van der Pol, voorzitter, en mrs. C.J.M. de Vlieger, J.R.O. Dantuma, J.H. Brouwer en F.A.M. Knüppe, leden van de raad, en is bijgestaan door mr. M. Stevens als griffier. Van de zitting is proces-verbaal opgemaakt.

2.

Bij brief van 12 december 2011, bij de raad binnengekomen op 13 december 2011, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht de klacht ter kennis van de raad gebracht. Bij beslissing van 11 januari 2012 heeft de voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard. Deze beslissing is op 11 januari 2012 aan de gemachtigde van klagers verzonden. Bij brief van 12 januari 2012, bij de raad ontvangen op 12 januari 2012, heeft de gemachtigde van klagers verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter. Op 30 januari 2012 heeft hij namens klagers een aanvulling op het verzetschrift ingediend.

Klagers verwijten verweerders dat zij zich niet hebben gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt doordat zij:

a. relevante wetgeving en feiten hebben genegeerd;

b. geen herzieningsverzoek hebben ingediend;

c. gehandeld hebben terwijl er sprake is van een conflicterend belang.

Het verzet houdt in dat de voorzitter ten onrechte de klacht kennelijk ongegrond heeft verklaard. Klagers voeren voor het verzet dezelfde inhoudelijke argumenten aan die zij eerder aan de klacht ten grondslag hebben gelegd.

3.

Voor de vaststelling van de feiten verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter d.d. 11 januari 2012. Het verzetschrift bevat geen gronden die nopen tot aanvulling of wijziging in de vaststelling van de feiten.

4.

De gemachtigde van klagers heeft ter toelichting op het verzet/de klacht aangevoerd dat verweerders niet zorgvuldig hebben gehandeld. De klacht tegen mr. X is volgens klagers niet te laat ingediend nu mr. Y zijn advies mede heeft gebaseerd op het eerder door mr. X gegeven advies waardoor beide adviezen met elkaar verbonden zijn.

5.

De gemachtigde van verweerders heeft ter toelichting op het verzet/de klacht aangevoerd dat de kritiek ziet op de inhoud van de door verweerders gegeven adviezen, maar dus niet over verweerders zelf. Hij handhaaft dat de gegeven adviezen zorgvuldig tot stand zijn gekomen.

6.

De raad beoordeelt het verzet/de klacht als volgt:

Het verzetschrift van klagers bevat dezelfde argumenten die aan de klacht ten grondslag zijn gelegd. In zijn verzetschrift hebben klagers niet concreet gemotiveerd waarom de voorzitter op basis van de zich in het dossier bevindende stukken niet tot een kennelijk ongegrondverklaring had mogen komen. Uit het verzetschrift is niet af te leiden wat klagers verweerders nu precies verwijten. Tegenover de motivering van het oordeel van de voorzitter hebben klagers onvoldoende gesteld of aannemelijk gemaakt om die beslissing aan te tasten.

Hetgeen op de zitting aan de orde is gekomen geeft evenmin aanleiding tot een andere uitkomst.

De raad is daarom van oordeel dat de beslissing van de voorzitter terecht en op juiste gronden is gewezen en dat de klacht ongegrond is en dat er geen aanknopingspunten zijn voor nader onderzoek, zodat het verzet ongegrond moet worden verklaard.

DE BESLISSING VAN DE RAAD LUIDT ALS VOLGT:

Verklaart het verzet ongegrond.

Aldus beslist door de raad in de hiervoor vermelde samenstelling en uitgesproken in het openbaar op 16 april 2012.

Griffier      Voorzitter

Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld.