Rechtspraak
Uitspraakdatum
24-10-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRARN:2012:YA3430
Zaaknummer
12-179
Inhoudsindicatie
Voorzittersbeslissing. Mr. X, voorheen als advocaat in loondienst werkzaam bij verweerster, heeft een beroepsfout gemaakt. Klager verwijt het kantoor dat er een beroepsfout is gemaakt door mr. X. Tevens verwijt klaagster het kantoor dat zij weigert de schade die klaagster als gevolg van de fout heeft geleden te vergoeden. De voorzitter oordeelt dat het enkele feit dat een aan verweerster verbonden advocaat een beroepsfout heeft gemaakt niet een tuchtrechtelijk verwijt aan het kantoor oplevert. Verweerster heeft zich op het standpunt gesteld dat klaagster geen schade heeft geleden als gevolg van de beroepsfout. De voorzitter ziet geen tuchtrechtelijk verwijt in het innemen van dit standpunt. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.
Uitspraak
Beslissing van 24 oktober 2012
in de zaak 12-179
naar aanleiding van de klacht van:
[naam] B.V.
p/a mr. R.A.H. van Egmond
klaagster
tegen:
[advocatenkantoor]
verweerster
De plaatsvervangend voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht van 24 september 2012 met kenmerk RvT1112-9182, door de raad ontvangen op 25 september 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.
1 FEITEN
1.1 Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
1.2 Eén van de advocaten van het kantoor van verweerster, mr. X, heeft klaagster in de periode 2009 tot eind 2011 bijgestaan in een geschil dat klaagster had met haar accountantskantoor. Mr. X heeft voor klaagster een procedure gevoerd waarin een bedrag van € 551.853,72 van het accountantskantoor werd gevorderd.
1.3 De vorderingen van klaagster zijn in eerste aanleg door de rechtbank Amsterdam bij vonnis van 2 december 2009 afgewezen.
1.4 Mr. X heeft vervolgens namens klaagster bij het gerechtshof Amsterdam hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam. In deze procedure heeft mr. X een beroepsfout gemaakt door na te laten zich tijdig te stellen.
1.5 Mogelijkheden om dit nalaten te herstellen zijn door mr. X niet benut. Het gerechtshof Amsterdam heeft op 15 juni 2010 arrest gewezen waarin aan de wederpartij van klaagster ontslag van instantie is verleend en klaagster is veroordeeld in de proceskosten van de procedure in hoger beroep.
1.6 Klaagster heeft zowel mr. X als verweerster aansprakelijk gesteld voor de totale schade die zij stelt geleden te hebben.
1.7 Zowel mr. X als verweerster hebben erkend dat mr. X een fout heeft gemaakt.
1.8 Verweerster heeft voor het hoger beroep geen kosten in rekening gebracht. Tevens heeft verweerster klaagster aangeboden de proceskosten, waartoe klaagster was veroordeeld, aan haar te vergoeden.
1.9 Zowel verweerster als haar aansprakelijkheidsverzekeraar stellen zich op het standpunt dat klaagster verder geen schade als gevolg van de fout van mr. X heeft geleden omdat het hoger beroep geen reële kans van slagen had.
2 KLACHT
2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:
a) een aan het kantoor van verweerster verbonden advocaat die klaagster bijstond in een procedure in hoger beroep verzuimd heeft zich tijdig te stellen in deze procedure waardoor het gerechtshof de wederpartij van klaagster ontslag van instantie heeft verleend;
b) verweerster weigert de schadeclaim van klaagster op een betamelijke wijze af te wikkelen.
3 BEOORDELING
Ad klachtonderdeel a)
3.1 Door klaagster zijn geen gronden aangevoerd voor een tuchtrechtelijk verwijt aan het kantoor. Het enkele feit dat één van de advocaten die aan het kantoor van verweerster verbonden was een beroepsfout heeft gemaakt, welke fout een mogelijk tuchtrechtelijk verwijt aan deze advocaat zou opleveren, betekent niet dat er een tuchtrechtelijk verwijt aan het kantoor kan worden gemaakt. Klachtonderdeel a) is derhalve kennelijk ongegrond.
Ad klachtonderdeel b)
3.2 Uit de stukken blijkt dat verweerster tijdig heeft gereageerd op de schadeclaim. Verweerster heeft zich op het standpunt gesteld dat klaagster geen verdere schade heeft geleden omdat de procedure in hoger beroep geen reële de kans van slagen had. Het feit dat klaagster het niet eens is met dit standpunt brengt niet met zich mee dat verweerster hiervan een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt. Het staat klaagster vrij haar standpunt door de civiele rechter te laten toetsen. Klachtonderdeel b) is eveneens kennelijk ongegrond.
BESLISSING
De klacht wordt in beide onderdelen als kennelijk ongegrond afgewezen.
Aldus gewezen door mr. M.J. Blaisse, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. H.A.M. Ritsma-Hartman als griffier op 24 oktober 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 24 oktober 2012 per aangetekende en per gewone post verzonden aan:
- klaagster
en per gewone post aan:
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Utrecht
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten