Rechtspraak
Uitspraakdatum
18-12-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRAMS:2012:YA3653
Zaaknummer
12-130A
Inhoudsindicatie
Verzetzaak. Verzet ongegrond. Klager verwijt verweerster onder andere dat zij op een eigengereide wijze heeft gehandeld bij het uitvoeren van een pensioenkwestie.
Uitspraak
Beslissing van 18 december 2012
in de zaak 12-130A
naar aanleiding van het verzet tegen de beslissing
van de voorzitter van de raad op de klacht van:
de heer
klager
tegen:
mevrouw mr.
gemachtigde:
mr.
advocaat te Amsterdam
verweerster
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 8 mei 2012 met kenmerk 1112-505, door de raad ontvangen op 10 mei 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 1 juni 2012 heeft de plaatsvervangend voorzitter van de raad (hierna: de voorzitter) de klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond verklaard, behoudens onderdeel c, in welk klachtonderdeel klager kennelijk niet-ontvankelijk wordt verklaard, welke beslissing op 1 juni 2012 is verzonden aan klager.
1.3 Bij brief van 12 juni 2012 door de raad ontvangen op 14 juni 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 17 oktober 2012 in aanwezigheid van verweerster, vergezeld van haar gemachtigde. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzetschrift van klager d.d. 12 juni 2012;
- brieven van klager d.d. 18 september, 15, 16 en 17 oktober 2012.
2 FEITEN EN KLACHT
2.1 Voor een weergave van de vaststaande feiten en de omschrijving van de klacht verwijst de raad naar de beslissing van de voorzitter, waartegen klager in verzet in zoverre niet opkomt.
3 VERZET
3.1 De gronden van het verzet houden, zakelijk weergegeven, het volgende in.
3.2 Klager acht zonder in te gaan op de inhoudelijke gronden van zijn verzet, zijn verzet om procedurele reden gegrond, nu de deken zich volgens klager schuldig heeft gemaakt aan het gebrekkig informeren van de raad als gevolg waarvan de voorzitter bij zijn beslissing onnauwkeurige afwegingen heeft gemaakt.
4 BEOORDELING
4.1 De raad is van oordeel dat de voorzitter bij zijn beoordeling de juiste maatstaf heeft toegepast en voorts acht heeft geslagen op alle relevante omstandigheden van het geval. Naar het oordeel van de raad kunnen de door klager aangevoerde gronden niet slagen en heeft de voorzitter terecht en op juiste gronden de klachtonderdelen a, b en d kennelijk ongegrond verklaard en klachtonderdeel c kennelijk niet-ontvankelijk bevonden.
4.2 Nu het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter ook overigens geen nieuwe gezichtspunten oplevert is er geen plaats voor verder onderzoek naar de klacht en moet het verzet ongegrond worden verklaard.
BESLISSING
De raad van discipline:
verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. Th.S. Röell, voorzitter, mrs. H.B. de Regt, B. Roodveldt, B.J. Sol en A.M. Vogelzang, leden, bijgestaan door mr. H. Oomen als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 18 december 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 18 december 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerster
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement
Amsterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.