Rechtspraak
Uitspraakdatum
12-11-2012
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2012:YA4138
Zaaknummer
R. 3893/12.27
Inhoudsindicatie
Verzet. Geen gronden aangevoerd. Ongegrond.
Uitspraak
1 VERLOOP VAN DE PROCEDURE
1.1 Bij brief aan de raad van 16 januari 2012 met kenmerk R 11/12/41, door de raad ontvangen op 17 januari 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.
1.2 Bij beslissing van 10 februari 2012 heeft de (plaatsvervangend) voorzitter van de raad de klacht kennelijk ongegrond verklaard, welke beslissing op 14 februari 2012 aan partijen is verzonden.
1.3 Bij brief van 24 februari 2012, door de raad ontvangen op 27 februari 2012, heeft klager verzet ingesteld tegen de beslissing van de (plaatsvervangend) voorzitter.
1.4 Het verzet is behandeld ter zitting van de raad van 10 september 2012 in aanwezigheid van klager en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
1.5 De raad heeft kennisgenomen van:
- de beslissing van de voorzitter waarvan verzet en van de stukken waarop
de beslissing blijkens de tekst daarvan is gegeven;
- het verzetschrift van klager d.d. 24 februari 2012;
- de brief met producties van klager d.d. 8 maart 2012, waarin het verzet wordt
gemotiveerd.
2 FEITEN
Voor de beoordeling van de klacht en het verzet wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan.
2.1 Verweerder heeft klager bijgestaan in een strafzaak.
2.2 Klager heeft bij brief van 11 april 2011 aan de rechtbank laten weten dat verweerder hem niet langer vertegenwoordigde. Hij heeft in diezelfde brief zijn correspondentie-adres vermeld.
2.3 Bij brieven van 29 april 2011 heeft verweerder aan klager en het Openbaar Ministerie bevestigd zijn rechtsbijstand aan klager te staken. De brief aan klager heeft verweerder naar het door klager in zijn brief van 11 april 2011 vermelde correspondentie-adres gezonden.
2.4 Op 8 september 2011 heeft in de strafzaak van klager een zitting plaatsgevonden.
2.5 Bij vonnis van 22 september 2011 heeft de rechtbank klager vrijgesproken van het hem ten laste gelegde.
2.6 Bij brief met bijlage van 9 december 2011 heeft klager zich bij de deken beklaagd over verweerder.
3 KLACHT EN VERZET
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder heeft gehandeld in strijd met de tuchtrechtelijke norm van artikel 46 Advocatenwet.
3.2 Klager verwijt verweerder meer in het bijzonder dat hij tekort is geschoten omdat hij niet is verschenen op de zitting van 8 september 2011, terwijl hij wel als advocaat van klager was aangemeld.
4 VERWEER
4.1 Verweerder heeft aangevoerd dat klager zelf op 11 april 2011 aan de rechtbank heeft laten weten dat hij niet meer door hem werd vertegenwoordigd. Verweerder heeft vervolgens aan OM, rechtbank en klager bevestigd dat hij de rechtsbijstandverlening heeft beëindigd. Een oproep voor de zitting van 8 september 2011 is door verweerder (dan ook) niet ontvangen en verweerder is niet ter zitting verschenen. Ook klager is niet verschenen.
5 BEOORDELING
5.1 Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting onderschrijft de raad de beoordeling van de (plaatsvervangend) voorzitter. Door klager zijn in het verzet geen gronden aangevoerd anders dan een uitwerking en herhaling van de eerdere klacht en dit leidt niet tot een ander oordeel dan de (plaatsvervangend) voorzitter heeft gegeven.
6 BESLISSING
De raad van discipline verklaart het verzet ongegrond.
Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mrs. W.P. Brussaard. L.P.M. Eenens, P.C.M. van Schijndel en A.J.N. van Stigt, leden, bijgestaan door mr. M.M.C. van der Sanden als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 november 2012.
griffier voorzitter
Deze beslissing is in afschrift op 13 november 2012 per aangetekende brief verzonden aan:
- klager
- verweerder
- de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam
- de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.
Van deze beslissing kan geen hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld.