Rechtspraak
Uitspraakdatum
12-03-2012
ECLI
ECLI:NL:TAHVD:2012:YA4397
Zaaknummer
6133
Inhoudsindicatie
Klacht dat de cliënt ter comparitie niet goed is bijgestaan ongegrond.
Uitspraak
Beslissing
van 12 maart 2012
in de zaak 6133
naar aanleiding van het hoger beroep van:
klager
tegen:
verweerder
1 HET GEDING IN EERSTE AANLEG
Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ‘s Hertogenbosch (verder: de raad) van 6 juni 2011, onder nummer H 199-2010, aan partijen toegezonden op 7 juni 2011, waarbij een klacht van klager tegen verweerder als ongegrond is afgewezen.
2 HET GEDING IN HOGER BEROEP
2.1 De memorie waarbij klager van deze beslissing in hoger beroep is gekomen, is op 28 juni 2011 ter griffie van het hof ontvangen.
2.2 Het hof heeft voorts kennis genomen van:
- de stukken van de eerste aanleg;
- de antwoordmemorie van verweerder;
- de brief van verweerder aan het hof van 16 november 2011;
- de brief van klager aan het hof van 9 december 2011.
2.3 Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 13 januari 2012, waar verweerder is verschenen.
3 KLACHT
3.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat:
Verweerder heeft klager niet goed bijgestaan tijdens een comparitie voor de rechtbank Den Haag; verweerder heeft tijdens de comparitie alleen maar gezegd dat hij de zaak inhoudelijk niet kende omdat hij deze had overgenomen van een vroegere kantoorgenoot.
4 FEITEN
In overweging 2. heeft de raad vastgesteld van welke feiten in deze procedure wordt uitgegaan. De door de raad vastgestelde feiten, welke niet zijn betwist, vormen ook in hoger beroep het uitgangspunt.
5 BEOORDELING
5.1 Het onderzoek in hoger beroep heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt.
5.2 De grieven van klager tegen de beslissing van de raad worden verworpen. De beslissing van de raad dient te worden bekrachtigd.
BESLISSING
Het Hof van Discipline:
bekrachtigt de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort ’s Hertogenbosch van 6 juni 2011, gewezen onder nummer H 199-2010.
Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. W.M. Poelmann, A.D.R.M. Boumans, J.H.J.M. Mertens-Steeghs en R. Verkijk, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 maart 2012.