Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

05-07-2012

ECLI

ECLI:NL:TADRLEE:2012:YA3787

Zaaknummer

115/12

Inhoudsindicatie

Het staat een advocaat vrij de behandeling van een zaak neer te leggen als de noodzakeluijke vertrouwensband tussen advocaat en cliënt ontbreekt.

Uitspraak

Beslissing van 5 juli 2012

in de zaak 115/12

naar aanleiding van de klacht van:

de heer [   ]

klager

tegen:

mr. [   ]

verweerster

1    VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1    De voorzitter van de raad van discipline (hierna "de voorzitter") heeft kennisgenomen van de brief van de  deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle-Lelystad van 21 juni 2012 met kenmerk 1112/26, door de raad ontvangen op 22 juni 2012, en van de op de daarbij gevoegde inventarislijst vermelde stukken.

2    FEITEN

2.1    Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken, van het volgende worden uitgegaan:

2.2    In juli 2011 heeft klager zich tot verweerster gewend voor een second opinion in een kwestie tegen het Flevoziekenhuis te Almere. Verweerster adviseerde negatief maar zag wel mogelijkheden te ageren tegen een door het ziekenhuis aan klager opgelegd toegangsverbod. De samenwerking liep al snel spaak, doordat er geen vertrouwensbasis meer aanwezig was.

3    KLACHT

3.1    De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerster haar werkzaamheden heeft beëindigd omdat zij haar secretaresse geloofde, die door klager als leugenaar was bestempeld. Verweerster geloofde haar secretaresse en niet haar cliënt, klager.

4    VERWEER

Het verweer luidt – zakelijk weergegeven – als volgt.

4.1    Verweerster ontkent dat zij klager niet zou geloven en haar secretaresse wel. De vertrouwensbreuk had betrekking op de gehele gang van zaken. Klager had in de korte tijd dat verweerster zijn zaak behandelde haar verweten dat zij zijn zaak niet serieus zou behandelen, dat zij hem niet met respect zou benaderen en dat ook haar secretaresse klager niet met respect zou behandelen. Pogingen om dit te weerleggen zijn mislukt, waarna de advocaat–cliëntrelatie is beëindigd.

5    BEOORDELING

5.1    Verweerster heeft de haar verweten gedragingen ontkend en gemotiveerd aangegeven dat zij reeds na korte tijd niet langer kon optreden voor klager, omdat de noodzakelijke vertrouwensband tussen klager en haar ontbrak. Klager heeft zijn klacht niet nader onderbouwd, zodat het in de klacht gestelde niet is komen vast te staan. De klacht is dan ook kennelijk ongegrond.

BESLISSING

De voorzitter van de raad van discipline oordeelt de klacht

kennelijk ongegrond en wijst deze mitsdien af.

Aldus gewezen door mr. C. van den Noort, plaatsvervangend voorzitter, met bijstand van mr. D.C. van der Kwaak-Wamelink als griffier op 5 juli 2012.

griffier                                                                         voorzitter

Deze beslissing is in afschrift op 10 juli 2012 per aangetekende post verzonden aan:

-    klager

-    verweerder

-    de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle-Lelystad.

Ingevolge artikel 46h van de Advocatenwet kunnen klager en de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Zwolle-Lelystad binnen veertien dagen na verzending van het afschrift van deze beslissing schriftelijk verzet doen bij de raad van discipline in het ressort Leeuwarden, Postbus 399, 9400 AJ Assen (fax: 0592-305759) . Het verzet wordt ingesteld door middel van indiening van een verzetschrift (in tweevoud), waarin de gronden van het verzet voorzien van een motivering worden omschreven. De termijn van 14 dagen begint op de dag volgend op die van verzending van de beslissing. Uiterlijk op de veertiende dag van die termijn moet het verzetschrift derhalve ontvangen zijn op de griffie van de raad van discipline. Verlenging van de termijn van 14 dagen is niet moge¬lijk.