Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

17-08-2012

ECLI

ECLI:NL:TAHVD:2012:YA3512

Zaaknummer

6365

Inhoudsindicatie

Verzet tegen beslissing van de voorzitter van het hof. Ongegrond. Geen beroep mogelijk tegen beslissing van de raad waarin het verzet tegen de beslissing van de voorzitter van de raad ongegrond wordt verklaard.

Uitspraak

                                   

Beslissing van 17 augustus 2012

in de zaak 6365

naar aanleiding van het verzet van:

klager

tegen:

verweerster

1    HET GEDING IN EERSTE AANLEG

Het hof verwijst naar de beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Arnhem (verder: de raad) van 13 februari 2012, nummer 11-121, aan partijen toegezonden op 15 februari 2012, waarbij het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van de raad van 20 oktober 2011 ongegrond is verklaard.

2    HET GEDING IN HOGER BEROEP

2.1    Bij beslissing van 21 maart 2012 heeft de voorzitter van het hof klager kennelijk niet-ontvankelijk geoordeeld in zijn hoger beroep en dat hoger beroep op die grond afgewezen. Een afschrift van deze beslissing is aan partijen toegezonden op 21 maart 2012.

2.2    De verzetschriftuur van klager is door de griffie van het hof ontvangen op 3 april 2012. Het hof heeft de zaak mondeling behandeld ter openbare zitting van 22 juni 2012, waarbij klager en verweerster zijn verschenen. Klager heeft gepleit aan de hand van een pleitnota.

2.3    Het hof heeft bij zijn beslissing acht geslagen op de stukken die op de zaak betrekking hebben. Het verzet strekt tot gegrondbevinding daarvan.

3    DE BEOORDELING

3.1    Naar aanleiding van het verzet overweegt het hof als volgt. Artikel 46h lid 4 van de Advocatenwet bepaalt dat tegen een beslissing van de Raad van Discipline waarbij het verzet tegen een beslissing van de voorzitter van de raad ongegrond of niet-ontvankelijk wordt verklaard geen rechtsmiddel openstaat. Het hof oordeelt dat de voorzitter van het hof dit terecht heeft overwogen in haar beslissing van 21 maart 2012.

3.2    Dit betekent dat aan klager niet de mogelijkheid toekomt om hoger beroep in te stellen tegen de beslissing van de raad. De voorzitter van het hof heeft dus terecht geoordeeld dat klager niet kan worden ontvangen in het door hem ingestelde beroep. Het verzet van klager dient dan ook ongegrond te worden verklaard.

    BESLISSING

Het Hof van Discipline:

verklaart het verzet van klager tegen de beslissing van de voorzitter van het Hof van Discipline van  21 maart 2012 ongegrond.

Aldus gewezen door mr. G.J. Driessen-Poortvliet, voorzitter, mrs. G. Creutzberg, J.H.J.M. Mertens-Steeghs, H. van Loo en W.K. van Duren, leden, in tegenwoordigheid van mr. I.F. Schouwink, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 augustus 2012.