Rechtspraak
Uitspraakdatum
21-03-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1622
Zaaknummer
M 123-2010
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Het klachtrecht is niet in het leven geroepen voor een ieder, doch slechts voor degenen die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn belang getroffen is of kan worden.
Inhoudsindicatie
Bij de beoordeling van een klacht betreffende het optreden van de advocaat van een wederpartij behoort ervan te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad.
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Klacht gedeeltelijk niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond.
Uitspraak
M 123 – 2010
Raad van Discipline
in het ressort ’s Hertogenbosch
Beslissing
inzake
de klacht van
X,
verder te noemen: klager
tegen
Y,
verder te noemen: verweerster
1. Verloop van de procedure
1.1 Bij brief van 18 juni 2010 heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Maastricht de door klager op 8 maart 2010 ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.
1.2 De raad heeft voorts kennis genomen van de navolgende stukken:
- brief dd. 20 december 2010 van verweerster, met bijlagen
- door klager zonder begeleidend schrijven toegezonden stukken, door de raad ontvangen op 5 januari 2011.
1.3.1 De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 17 januari 2011.
Ter zitting zijn klager en verweerster verschenen:
2. De feiten
Verweerster trad op als advocaat van de wederpartij van klager in een
echtscheidingsprocedure. Verweerster had de zaak hangende de procedure van de voorgaande advocaat van de wederpartij van klager overgenomen.
Klager werd in de echtscheidingsprocedure, op betalende basis, door een eigen advocaat bijgestaan. Tussen partijen werd afgesproken dat het convenant door verweerster, die haar cliënte op toevoegingsbasis bijstond, zou worden opgesteld, dit om kosten voor klager te besparen.
3. De klacht
3.1 De klacht luidt als volgt:
Verweerster – optredend voor de wederpartij van klager – heeft
1. niet altijd de juiste informatie doorgegeven aan haar cliënte;
2. gemaakte afspraken vergeten of niet opgenomen in het convenant;
3. over verhinderdata niet gecommuniceerd;
4. verzoeken van de advocaat van klager om terug te bellen niet of nauwelijks beantwoord;
5. verzoeken tot het leveren van bewijsnota’s niet gehonoreerd;
met als gevolg dat de echtscheidingsprocedure van klager onnodig lang heeft geduurd, de verstandhouding tussen partijen danig is verslechterd en beide partijen met onnodig hoge advocaatkosten zijn geconfronteerd.
3.2 Ter toelichting van de klacht is door klager het navolgende aangevoerd:
Door de onprofessionele handelwijze van verweerster is de echtscheidingsprocedure onnodig lang verlopen, zijn onnodig hoge advocaatkosten gemaakt, is de verstandhouding tussen partijen verslechterd en zijn de zaken alleen maar verslechterd in plaats van verbeterd.
4. Het verweer
4.1 Verweerster trad op als advocaat van de wederpartij van klager. Zij diende de belangen van haar cliënte te behartigen. Zij heeft de grens van de vrijheid die haar als advocaat van de wederpartij toekwam niet overschreden. Zij heeft de belangen van klager niet nodeloos geschaad.
4.2. Verweerster betwist niet professioneel te hebben gehandeld. Zij heeft in het belang van haar cliënte gehandeld. De verwijten van klager missen feitelijke grondslag en zijn niet onderbouwd.
5. Beoordeling van de klacht
5.1. Algemeen:
- Het klachtrecht is niet in het leven geroepen voor een ieder, doch slechts voor degenen die door een handelen of nalaten van een advocaat in zijn belang getroffen is of kan worden. Voorzover in het algemeen belang een tuchtrechtelijke toetsing is vereist, wordt het klachtrecht uitgeoefend door de deken;
- Bij de beoordeling van een klacht betreffende het optreden van de advocaat van een wederpartij behoort ervan te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad.
De raad zal de klacht met inachtneming van deze uitgangspunten beoordelen.
5.2. Klachtonderdeel 1.
Alleen aan de cliënte van verweerster komt een klachtrecht toe ten aanzien van de wijze waarop verweerster haar belangen heeft behartigd. Aan klager komt ter zake geen klachtrecht toe. De raad zal klager daarom niet-ontvankelijk verklaren in onderdeel 1 van de klacht.
5.3. Klachtonderdeel 2.
Als door verweerster erkend, staat vast dat zij in eerste instantie was vergeten om een tussen partijen overeengekomen bepaling in het convenant op te nemen. Verweerster heeft dit evenwel direct hersteld en klager heeft hiervan geen nadeel ondervonden. Verweerster valt ter zake geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. Dit onderdeel van de klacht zal als ongegrond worden afgewezen.
De raad overweegt ten overvloede dat het convenant, in verband met de kosten voor klager, door verweerster als toegevoegd advocaat van de wederpartij van klager zou worden opgesteld. Klager heeft hiermee bewust het risico genomen dat hij het door de advocaat van zijn wederpartij opgestelde convenant op zijn belangen diende te beoordelen en waar nodig diende te corrigeren.
5.4. Klachtonderdeel 3.
Gebleken is dat verweerster wel met de advocaat van klager over diens verhinderdata heeft gecommuniceerd, doch dat deze dat niet heeft doorgegeven aan klager. Hiervan valt verweerster geen verwijt te maken. Dit onderdeel van de klacht zal eveneens als ongegrond worden afgewezen.
5.5. Klachtonderdeel 4.
Uit de aan de raad overgelegde correspondentie blijkt dat tussen verweerster en de advocaat van klager over en weer veel is gecorrespondeerd. Het stond verweerster vrij om het schriftelijk reageren te verkiezen boven het telefonisch beantwoorden van vragen van de advocaat van klager. Hiervan valt verweerster geen enkele tuchtrechtelijk verwijt te maken.
Dit onderdeel van de klacht zal eveneens als ongegrond worden afgewezen.
5.6. Klachtonderdeel 5.
Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting naar voren is gebracht is niet gebleken dat de behandeling van de echtscheidingszaak door toedoen van verweerster onnodig lang heeft geduurd. Door klager is onvoldoende concreet naar voren gebracht waaruit hiervan zou blijken. Dit onderdeel van de klacht zal eveneens als ongegrond worden afgewezen.
6. Beslissing
De raad verklaart klager niet-ontvankelijk in onderdeel 1 van de klacht en wijst de onderdelen 2 tot en met 5 als ongegrond af.
Aldus gegeven door mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter en mrs. M.B.Ph. Geeraedts, H.C.M. Schaeken, L.J.G. de Haas en A. Groenewoud leden, in tegenwoordigheid van mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal , griffier, en in het openbaar uitgesproken op 2011
Griffier Voorzitter
Verzonden op:
22 maart 2011.
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:
Per post.
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
Bezorging.
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
Per fax.
Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.