Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

20-06-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA1768

Zaaknummer

R 236 - 2010

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

De klacht betreft het opreden van de advocaat van de wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort ervan te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn client te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. In een rechtsgeding heeft een advocaat de vrijheid om stellingen van zijn client aan de rechter over te brengen, ook indien de inhoud daarvan mogelijk achteraf onjuist zal blijken te zijn. Geen sprake van een te vroege executie, nu uit de mededeling van de wederpartij mocht worden afgeleid dat geen uitzicht bestond op vrijwillige voldoening .

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond.

Uitspraak

 

R 236 – 2010

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s Hertogenbosch

 

 

Beslissing inzake de klacht van:

 

X

klager

 

tegen:

 

Y

verweerster

 

 

Het verloop van de procedure

 

Bij brief van 18 november 2010, door de Raad ontvangen op 19 november 2010, heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Roermond de door klager op 8 januari 2010 ingediende klacht toegezonden aan de Raad samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

De klacht is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 26 april 2011. Ter zitting zijn klager en verweerster in persoon verschenen.

 

Feiten

 

Verweerster heeft de ex-echtgenote van klager bijgestaan in een echtscheidingsprocedure. Deze procedure en met name de financiële afwikkeling van de echtscheiding zijn bijzonder moeizaam verlopen. Klager werd aanvankelijk wel bijgestaan door een advocaat, maar heeft daarvan in een later stadium om financiële redenen afgezien.

 

De klacht

 

De klacht luidt als volgt:

Verweerster, optredend voor de wederpartij van klager heeft de zaak moedwillig getraineerd, heeft laakbaar gehandeld en gelogen en misbruik gemaakt van haar machtspositie, doordat zij:

a.   enerzijds namens haar cliënte stelde de huwelijksvoorwaarden aan te vechten en anderzijds nakoming ervan vorderde;

b.   haar cliënte valse beweringen heeft laten doen met betrekking tot samenwoning;

c.   beslag heeft laten leggen op klagers bezittingen terwijl er nog een eerder gegeven termijn van uitstel liep;

d.   weigert met klager te communiceren;

e.   weigert de pensioengegevens van haar cliënte aan te leveren.

 

 

Het verweer

 

Ad a: Verweerster geeft aan dat het om een emotionele echtscheiding ging. Er is met veel moeite en lang onderhandeld over de afwikkeling van de huwelijksvoorwaarden. Haar cliënte heeft ervoor gekozen haar aandeel in termijnen van klager op te eisen. In haar brief van 26 oktober 2007 aan de advocate van klager heeft verweerster klager gemaand tot betaling van de eerste door hem verschuldigde termijn. In deze brief heeft zij namens haar cliënte ook een voorbehoud gemaakt om de in de  huwelijksvoorwaarden neergelegde regeling aan te vechten wegens benadeling van meer dan ¼ gedeelte.

Ad b: Met betrekking tot het al dan niet samenwonen is verweerster afgegaan op hetgeen haar cliënte haar had medegedeeld.

Ad c: Na overleg met haar cliënte heeft verweerster onder klager beslag doen leggen omdat er sprake was van een opeisbare vordering. Inderdaad had de deurwaarder klager aanvankelijk een betalingsuitstel toegestaan, maar voordien had klager al te kennen gegeven niet tot betaling te zullen overgaan, omdat hij zich beriep op een door de cliënte van verweerster betwiste tegenvordering,.

Ad d: Het standpunt van haar cliënte over de door klager opgeworpen tegenvordering heeft verweerster meermalen aan klager kenbaar gemaakt maar zij wilde daarmede niet doorgaan, teneinde verdere kosten voor haar cliënte te besparen.

Ad e: Met betrekking tot de door klager gevraagde pensioengegevens van haar cliënte stelt verweerster alle bescheiden daarover, welke in haar bezit waren, aan klager te hebben verstrekt. 

 

Beoordeling van de klacht

 

De klacht betreft het optreden van de advocaat van de wederpartij. Bij de beoordeling van een dergelijke klacht behoort ervan te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn client te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de wederpartij worden beknot tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. De Raad zal de klacht met inachtneming van dit uitgangspunt beoordelen.

 

Ad a: Het verwijt dat verweerster, optredend voor de wederpartij van klager, de zaak moedwillig heeft getraineerd, laakbaar heeft gehandeld en gelogen en misbruik heeft gemaakt van haar machtspositie is volgens de Raad te algemeen gesteld en onvoldoende onderbouwd. Het eerste onderdeel van de klacht is gebaseerd op de brief van verweerster aan de advocate van klager van 26 oktober 2007, welke brief verweerster ter zitting heeft getoond. De Raad stelt vast dat verweerster in deze brief een juridisch verdedigbaar standpunt voor haar cliënte heeft ingenomen en derhalve niet verwijtbaar heeft gehandeld.

 

Ad b: Wat betreft het al of niet samenwonen heeft verweerster zich gebaseerd op mededelingen van haar cliënte. Verweerster mocht ervan uitgaan dat haar cliënte haar juiste informatie verstrekte, tenzij er reden voor haar zou zijn geweest om aan die mededeling te twijfelen. Voor dit laatste zijn geen aanwijzingen te vinden. De Raad acht dit onderdeel van de klacht derhalve ongegrond.

 

Ad c: Dat verweerster beslag heeft doen leggen op de bezittingen van klager voordat een door de deurwaarder aanklager gegunde betalingstermijn was verstreken, was een gevolg van het feit dat klager had laten weten het aanbod van de deurwaarder af te slaan, waardoor dit aanbod verviel en verweerster gerechtigd was tot beslaglegging over te gaan. Dit onderdeel van de klacht is dan ook ongegrond.

 

Ad d en e: Ook de beide laatste onderdelen van de klacht acht de Raad ongegrond. Verweerster heeft haar standpunt met betrekking tot een door klager gepretendeerde tegenvordering herhaaldelijk aan hem kenbaar gemaakt. Zij wilde daarover niet blijven communiceren met hem, hetgeen mede in het belang van haar cliënte was. Ook met betrekking tot de door klager gevraagde pensioengegevens van haar cliënte is niet komen vast te staan dat verweerster over meer/andere bescheiden beschikte dan zij aan klager reeds had verstrekt.

 

De beslissing

 

De Raad wijst de klacht in alle onderdelen als ongegrond af.

 

Aldus gegeven door: mevr. mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, en mrs. H.C.M. Schaeken, mevr. M.B. Ph. Geeraedts, L.J.G. de Haas, mevr. A. Groenewoud, in tegenwoordigheid van mr. C.M. van Lanschot, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2011.

 

 

Griffier                                                                        Voorzitter

 

 

 

Verzonden op: 21 juni 2011

 

 

 

 

Van deze beslissing kan binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

per post. Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging. De griffie is gevestigd aan het adres: Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax. Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076- 5484607.