Rechtspraak
Uitspraakdatum
31-01-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA1554
Zaaknummer
R. 3442/10.72
Inhoudsindicatie
Overname behandeling zaak in verband met vertrek kantoorgenoot. Advocaat verantwoordelijk voor een goede praktijkvoering en kantoororganisatie. Indien in dat verband problemen ontstaan ligt het op de weg van de advocaat de Deken in te schakelen. Nalaten daarvan is onzorgvuldig. Voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken.
Uitspraak
PROCEDUREVERLOOP
1.1 Bij brief van 27 januari 2010 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.
Het dossier is door de Raad ontvangen op 3 mei 2010.
1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet ten kantore van de griffier ter inzage hebben gelegen.
1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 22 november 2010. Ter zitting is verweerder verschenen. Klager is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
FEITEN
2.1 Op 23 april 2002 heeft klager zich gewend tot het kantoor van verweerder in verband met benodigde rechtsbijstand.
2.2 Tot 25 juni 2005 heeft mr. K., als advocaat werkzaam op het kantoor van verweerder, de zaak behandeld. Vervolgens is wegens haar vertrek de behandeling van de zaak overgenomen door mr. B.
2.3 Op 19 december 2008 heeft mr. B. aan klager medegedeeld het kantoor van verweerder te zullen verlaten. Wie de behandeling van het dossier van klager zou overnemen is daarbij niet gemeld.
2.4 Klager heeft vervolgens telefonisch contact opgenomen met het kantoor van verweerder, waarbij aan hem te kennen werd gegeven dat verweerder de behandeling van de zaak op zich zou nemen. Vervolgens heeft klager niet meer van verweerder vernomen.
2.5 Op 29 december 2009 heeft klager een brief ontvangen van zijn wederpartij, waarin deze hem mededeelde al talloze keren tevergeefs te hebben getracht verweerder te bereiken.
2.6 Naar aanleiding van de onder 2.5 bedoelde brief heeft klager tevergeefs getracht verweerder te spreken. Op terugbelverzoeken is niet gereageerd.
KLACHT
3. Klager verwijt verweerder dat hij na het vertrek van mr. B. van zijn kantoor in het geheel niets aan de bij mr. B. in behandeling zijnde zaak van klager heeft gedaan.
VERWEER
4. Verweerder heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd. Hij erkent de feiten waarop de klacht is gebaseerd en biedt zijn verontschuldigingen aan voor de gang van zaken. Als verklaring daarvoor voert hij aan dat door de vele zaken die na het vertrek van zijn medewerker en het daarop volgende vertrek van twee andere medewerkers zijn achtergebleven, de behandeling van de zaak van klager in het slop is geraakt. Hij geeft aan het dossier inmiddels te hebben overgedragen en toegezonden aan de nieuwe advocaat van klager.
BEOORDELING VAN DE KLACHT
5.1 De Raad stelt voorop dat een advocaat bij de behandeling van zijn zaak een grote mate van zorgvuldigheid dient te betrachten. Dat heeft verweerder in het onderhavige geval niet gedaan. Hij heeft ondanks herhaalde verzoeken daartoe nagelaten contact met klager op te nemen en heeft de behandeling van de zaak feitelijk niet op zich genomen. De Raad acht deze handelwijze van verweerder onzorgvuldig. De door verweerder voor zijn handelen aangevoerde omstandigheden komen voor zijn risico. Hij is verantwoordelijk voor een goede praktijkvoering en kantoororganisatie. Indien en voorzover in dat verband problemen ontstaan, ligt het op de weg van de advocaat de Deken in te schakelen. Dat heeft verweerder nagelaten.
5.2 Gezien het voorgaande acht de Raad de klacht gegrond.
5.3 Ten aanzien van de (beoordeling van de) eventuele civiele aansprakelijkheid van verweerder geldt in zijn algemeenheid dat terzake geen taak voor de Raad is weggelegd. Klager dient zich wat dat betreft tot de civiele rechter te wenden.
MAATREGEL
6. De Raad acht alles overziend de hierna te melden maatregel thans passend en geboden.
BESLISSING
7. De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:
- verklaart de klacht gegrond;
- legt aan verweerder de maatregel van voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken op met een proeftijd van 2 jaren.
Aldus gewezen door mr. G.J.W. van Oven, voorzitter, mr. P.J.E.M. Nuiten, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. G.J. Schipper en mr. E.J. van der Wilk, leden, en mr. M.M.C. van der Sanden, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 31 januari 2011.
griffier voorzitter
Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter¬lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipli¬ne.
U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.
Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.
De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:
a. Per post
Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.
b. Bezorging
De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.
c. Per fax
Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.
Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.
.