Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

05-03-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2594

Zaaknummer

M -158

Inhoudsindicatie

In een zaak geen sprake van een kennelijk onjuist advies dan wel onvoldoende voortvarende aanpak van de zaak. In een andere zaak heeft verweerder een jaar gewacht alvorens klaagster te berichten dat hij op grond van nader onderzoek terug kwam op zijn eerdere toezegging om een procedure te beginnen. Cliënt onvoldoende geïnformeerd over de voortgang van de zaak.

Inhoudsindicatie

Klacht (gedeeltelijk) gegrond; enkele waarschuwing.

Uitspraak

Beslissing van 5 maart 2012

in de zaak M 158 - 2011

naar aanleiding van de klacht van:

 

A

 

klaagster

 

B

verweerder

 

 

1                Verloop van de procedure

1.1         Bij brief aan de raad van 18 augustus 2012 met kenmerk C, door de raad ontvangen op 19 augustus 2012, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2         De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 16 januari 2012 in aanwezigheid van klaagster en verweerder. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

 

 

2                FEITEN

Voor de beoordeling van de klacht wordt, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van de volgende vaststaande feiten uitgegaan:

2.1     Verweerder heeft klaagster bijgestaan in een geschil tegen de gemeente X en een geschil tegen zorgverzekeraar Y.

2.2     In de zaak tegen de gemeente X is door verweerder namens klaagster een procedure bij de rechtbank aanhangig gemaakt. De rechtbank heeft bij vonnis dd. 29 december 2010 de vorderingen van klaagster afgewezen. Verweerder heeft namens klaagster appel ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank.

2.3     In de kwestie tegen de zorgverzekeraar was een bindend advies gegeven. Verweerder heeft klaagster bericht dat bij de civiele rechter vernietiging van het bindend advies kon worden gevorderd.

2.4    Bij brief [met bijlagen] van 8 februari 2011 heeft klaagster zich bij de deken beklaagd over verweerder.

2.5    Klaagster heeft zich per email dd. 9 februari 2011 ook bij verweerder beklaagd. Verweerder heeft hierop gereageerd per email dd. 10 februari 2011. Verweerder schreef hierin onder meer het volgende:

“In de zaak tegen de zorgverzekeraar heb ik uitgelegd dat dit een bijzondere procedure is. Er werd immers een bindend advies afgegeven dat in beginsel niet meer aan te staten is. Dit kan alleen maar via de weg van gerechtelijke vernietiging. Daarvoor moet echter vaststaan dat het bindend advies voor wat betreft de wijze van totstandkoming of inhoudelijk ernstig onredelijk is en daarom  moet worden vernietigd. Ik heb u aangegeven een dergelijke procedure te zullen opstarten, doch het kost mij meer tijd dan waar ik van ben uitgegaan.”

 

3                KLACHT

3.1         De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat:

verweerder de belangen van klaagster in de zaken tegen de gemeente X en tegen zorgverzekeraar Y niet goed en niet voortvarend heeft behartigd en klaagster niet voldoende op de hoogte heeft gehouden van de stand van zaken en van haar verdere mogelijkheden.

 

4                VERWEER

4.1         Verweerder vond het vonnis van de rechtbank ook teleurstellend, maar hij heeft als advocaat al het mogelijke gedaan. Het is de plicht van verweerder zijn uiterste best te doen, maar hem kan geen onvoldoende resultaat verweten worden. Verweerder kan en mag geen garanties afgeven. Het hoger beroep was in opdracht van kaagster ingesteld.

4.2         Verweerder heeft klaagster er in de kwestie tegen verzekeraar Y herhaaldelijk op gewezen dat hij in deze kwestie nader onderzoek moest doen, juist om te vermijden dat een kansloze procedure werd opgestart. Verweerder had klaagster uitgelegd dat het bindend advies alleen door de civiele rechter vernietigd kon worden, indien het bindend advies op onaanvaardbare wijze tot stand was gekomen of indien de inhoud van het bindend advies ernstig in strijd was met de eisen van redelijkheid en billijkheid. Het heeft uiteindelijk een jaar geduurd, voordat verweerder een negatief advies heeft gegeven. Dit heeft inderdaad wel lang geduurd.

 

5                BEOORDELING

5.1    Van een advocaat mag worden verwacht dat hij zich inzet om de belangen van zijn client zo goed mogelijk te behartigen. Uit de aan de raad overgelegde stukken en uit hetgeen ter zitting is verhandeld is niet gebleken dat verweerder de belangen van klaagster in de zaak tegen de gemeente onvoldoende zou hebben behartigd, noch dat hij de zaak onvoldoende voortvarend heeft aangepakt. Verweerder zag een redelijke kans op succes in appel. Aan een advocaat komt voor het –in overleg met zijn cliënt- te voeren beleid  een ruime mate van vrijheid toe. Een tuchtrechtelijke maatregel kan eerst geïndiceerd zijn indien de advocaat bij de behandeling van de zaak kennelijk onjuist optreedt of adviseert en de belangen van de cliënt daardoor worden geschaad of kunnen worden geschaad. Verweerder heeft met klaagster de mogelijkheden in appel besproken en heeft vervolgens in opdracht van klaagster appel ingesteld. Niet gebleken is dat het advies van verweerder kennelijk onjuist was. Dat andere advocaten in appel geen mogelijkheden zagen maakt dit niet anders.

5.2    Zoals blijkt uit de email van verweerder dd. 10 februari 2011 aan klaagster heeft verweerder in de zaak tegen de zorgverzekeraar aanvankelijk tegen klaagster gezegd een procedure bij de civiele rechter tot vernietiging van het bindend advies te zullen starten. Verweerder heeft ter zitting verklaard dat hij hierop evenwel later is teruggekomen en dat hij klaagster heeft geadviseerd hiervan af te zien. Verweerder stelt dat hij zijn andersluidend advies na ongeveer een jaar heeft gegeven. Aldus is komen vast te staan dat verweerder klaagster een jaar in het ongewisse heeft gelaten over het verdere verloop van de zaak tegen de zorgverzekeraar. Van een advocaat mag worden verwacht dat hij zijn client op de hoogte stelt van belangrijke feiten, omstandigheden en afspraken en dat hij dit waar nodig ter voorkoming van misverstanden schriftelijk bevestigt. Indien een advocaat toezegt om een procedure te zullen starten, mag van hem worden verwacht ,dat hij ter zake voortvarend te werk gaat, dan wel dat hij, indien nader onderzoek hem tot een andere conclusie brengt, hierover tijdig met zijn cliënt overlegt. Verweerder heeft klaagster in de zaak tegen de zorgverzekeraar onvoldoende op de hoogte gehouden over het verloop van de zaak en niet die zorg betracht die van hem verwacht had mogen worden, wat verweerder tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. De raad zal de klacht gegrond verklaren voor zover deze betrekking heeft op de zaak tegen zorgverzekeraar Y en voor het overige ongegrond verklaren.

 

6        MAATREGEL

6.1    De raad acht de maatregel van enkele waarschuwing passend en geboden.

 

BESLISSING

De raad van discipline:

verklaart de klacht gegrond voor zover deze betrekking heeft op de werkzaamheden van verweerder in de zaak tegen de zorgverzekeraar

 

legt ter zake aan verweerder de maatregel van enkele waarschuwing op

 

verklaart de klacht voor het overige ongegrond.

 

 

Aldus gewezen door mr. mr. W.E.A. Gimbrère-Straetmans, voorzitter, mrs. A. Groenewoud, H.C.M. Schaeken, E.J.P.J.M. Kneepkens, M. B. Ph. Geeraedts, leden, bijgestaan door mr. I.J.M. Huysmans-van Opstal, als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 5 maart 2012 .

 

Griffier                                                                        voorzitter                                     

Deze beslissing is in afschrift op

 6 maart 2012

per aangetekende brief verzonden aan:

-            klaagster

-            verweerder

-            de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten.

 

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het Hof van Discipline worden ingesteld door:

-            klager

-            verweerder

-            [de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Maastricht ]

-            de deken van de Nederlandse Orde van Advocaten

 

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a.      Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is:

Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Teneinde er zeker van te zijn dat voor de ontvangst getekend kan worden of dat pakketten die niet in een reguliere brievenbus besteld kunnen worden, afgegeven kunnen worden dient u telefonisch contact op te nemen met de griffie van het hof.

c.      Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is 076 - 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dient het beroepschrift tezamen met de beslissing waarvan beroep in het vereiste aantal per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof.

Nadere informatie over hoger beroep en over (de griffie van) het hof

076 - 548 4607 of griffie@griffiehvd.nl

Praktische informatie vindt u op www.hofvandiscipline.nl