Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

15-06-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1742

Zaaknummer

10-373Alk

Inhoudsindicatie

Klager verwijt verweerder dat hij een voorstel heeft gedaan namens zijn cliënte, waarin de cliënte van klager werd aangezet tot het vertellen van onwaarheden. Voorts verwijt klager verweerder dat hij, nadat vonnis was gevraagd, de kantonrechter heeft benaderd met nieuwe informatie. Klacht deels niet ontvankelijk, deels ongegrond.

Uitspraak

              

                                                 RAAD VAN DISCIPLINE

                                                   in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d. 15 juni 2011

in de zaak 10-373 Alk

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de klacht van:

De heer mr. drs.

k l  a g e r

tegen

de heer mr.

v e r w e e r d e r  

1. Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 12 oktober 2010, door de raad ontvangen op 14 oktober 2010, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Alkmaar de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 4 april 2011. Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen. Van de zitting is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van:

- de in paragraaf 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad;

- de stukken genummerd onder 1 t/m 5 in de bij deze brief gevoegde inventarislijst;

2 De klacht

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld door:

(a) namens zijn cliënte aan de cliënte van klager een voorstel te doen waarbij die cliënte zou moeten liegen over de omvang van de met haar overeengekomen arbeidsduur, en

(b) nadat de zaak voor vonnis stond te trachten de kantonrechter te beïnvloeden door deze alsnog nieuwe informatie toe te zenden.

3. De feiten

3.1 Klager heeft mevrouw X bijgestaan in een juridisch geschil met haar werkgever omtrent de toepassing van de wet aanpassing arbeidsduur. Verweerder trad op als advocaat van de werkgever. Bij brief van 23 juni 2010 heeft verweerder onder meer het volgende aan klager bericht:

“ […] . de formele arbeidsduur bedraagt 21 uur per week […]

  . uw cliënte neemt met betrekking tot de omvang van de arbeidsduur van 21 uur per week strikt   geheimhouding jegens derden in acht, collega medewerkers daaronder begrepen;

  . deze verplichting houdt ondermeer in dat, indien uw cliënte met vragen over de arbeidsduur zal worden geconfronteerd, zij zal aangeven dat zij formeel een 24 uurige werkweek heeft, maar dat zij gebruik maakt van seniorenverlof en het opnemen van opgebouwde uren. ”

3.2 Per brief van 30 juni 2010 aan de rechtbank heeft verweerder onder meer het volgende bericht:

“[…]In bovenvermelde zaak heeft op 21 juni jl. een comparitie van partijen plaatsgevonden. De kantonrechter heeft tijdens deze comparitie meegedeeld dat op 21 juli a.s. vonnis zal worden gewezen, tenzij partijen nog een schikking zouden bereiken. Partijen zijn na de comparitie van partijen nog in overleg geweest, dat heeft niet geresulteerd in een minnelijke regeling.

Cliënte hecht er aan om, voordat de kantonrechter vonnis zal wijzen, een akte na comparitie van partijen te nemen. Ik verneem graag of de kantonrechter dit verzoek van cliënte inwilligt. ”

 

4. Beoordeling van de klacht

4.1 Bij de beoordeling van klachtonderdeel (a) stelt de raad voorop dat de Advocatenwet niet een klachtrecht in het leven heeft geroepen voor een ieder, doch slechts voor diegene die door het handelen of nalaten van een advocaat in zijn of haar belang getroffen is. Het voorstel zoals dat door verweerder namens zijn cliënte aan de cliënte van klager is gedaan, raakt slechts de belangen van de cliënte van klager. Klager heeft derhalve bij dit klachtonderdeel geen eigen belang. Voor zover, zoals door klager ter zitting aangevoerd, in het algemeen belang een tuchtrechtelijke toetsing is vereist, is dat klachtrecht voorbehouden aan de deken. Uit het voorgaande volgt dat dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

4.2 Ten aanzien van klachtonderdeel (b) geldt dat de brief van 23 juni 2010 van verweerder aan de kantonrechter naar het oordeel van de raad niet kan worden gezien als een poging tot beïnvloeding van de kantonrechter. Evenmin wordt in die brief nieuwe informatie aan de kantonrechter bekend gemaakt. Het verzoek om alsnog een akte te mogen nemen, valt naar het oordeel van de raad dan ook niet onder het bepaalde in gedragregel 15 van de Gedragsregels 1992. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond. 

 

BESLISSING:

De raad van discipline:

- verklaart klachtonderdeel (a) niet-ontvankelijk;

- verklaart klachtonderdeel (b) ongegrond.

Aldus gewezen en uitgesproken ter openbare zitting van 15 juni 2011 door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. M.A. le Belle, A. Gerritsen-Bosselaar, H.C.M.J. Karskens, M. Pannevis, leden en mr. D.J.L. Siegers als griffier.

 

 

voorzitter      griffier

Deze beslissing is op 15 juni 2011 per aangetekende brief verzonden aan:

- klager

- verweerder

- de deken in het arrondissement Alkmaar

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

- klager

- verweerder

- de deken in het arrondissement Alkmaar

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

a.  Per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b.      Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c.      Per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is 076 -548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076-548 4607