Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

02-05-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1621

Zaaknummer

10-314A

Inhoudsindicatie

Verweerster heeft als advocaat opgetreden van executeur-testamentair in een procedure waarin hij uit die hoedanigheid werd ontslagen. Eén van de erfgenamen klaagt over verweerster, stellende dat verweerster niet had mogen accepteren dat haar cliënt haar declaratie van de boedelrekening zou voldoen. De klacht is ongegrond.

Inhoudsindicatie

 

Uitspraak

RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

BESLISSING d.d 2 mei 2011

in de zaak 10-314A

___________________________________________________________________________

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 27 augustus 2010 binnengekomen klacht van:

 

Mevrouw

 

klaagster

 

tegen:

mevrouw mr.

v e r w e er s t e r  

 

1.   Verloop van de procedure

1.1. Bij brief van 26 augustus 2010, door de raad ontvangen op 27 augustus 2010, heeft de deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2. De klacht is behandeld ter zitting van de raad van 28 februari 2011 in aanwezigheid van partijen. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt. 

1.3. De raad heeft kennisgenomen van de in paragraaf 1.1 bedoelde brief aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 13 met bijlagen, zoals vermeld in de bij de brief van 26 augustus 2010 genoemde inventarislijst.

2.   De klacht

2.1 De klacht houdt, zakelijk weergegeven, in dat verweerster in strijd met artikel 46 Advocatenwet heeft gehandeld doordat zij:

a. als advocaat van de broer van klaagster, welke laatste als executeur is benoemd in een nalatenschap waarin beiden erven zijn, ten onrechte heeft verzuimd haar cliënt erop te wijzen dat deze niet gerechtigd was haar declaraties ten laste te brengen van de aan zijn beheer toevertrouwde onverdeelde nalatenschap;

b. desverzocht ten onrechte heeft verzuimd te bevorderen dat haar cliënt de boedelrekening zou aanzuiveren met het totaalbedrag van de aan haar uit de onverdeelde nalatenschap betaalde declaraties;

c. ten onrechte op 25 februari 2010 aan haar adviseur heeft geschreven dat de executeur advocaatkosten (zijnde zijn advocaatkosten, niet die van de boedel) uit de onverdeelde nalatenschap kan betalen;

d. na de weigering van haar cliënt tot aanzuivering van de boedelrekening, ten onrechte heeft verzuimd het door haar uit de boedelrekening ontvangen totaalbedrag zelf op de boedelrekening terug te storten.

3.    Feiten

3.1 Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan.

3.2 Klaagster heeft jegens haar broer en mede-erfgenaam, in diens hoedanigheid van (beperkt) executeur-testamentair, een verzoekschrift ingediend bij de kantonrechter strekkende tot zijn ontslag uit die functie op grond van gewichtige redenen, welk verzoek is toegewezen.

3.3 Klaagsters broer heeft zich in die procedure doen bijstaan door verweerster. De declaratie voor de daarmee samenhangende werkzaamheden van verweerster heeft de broer van klaagster betaald met gelden van de ervenrekening.

4.    Beoordeling van de klacht

4.1 De klacht betreft een klacht tegen de advocaat van de wederpartij. De raad zal bij de beoordeling van de verschillende klachtonderdelen de maatstaf toepassen dat een advocaat een ruime mate van vrijheid geniet om de belangen van haar cliënt te behartigen op de wijze die haar in overleg met haar cliënt goeddunkt. Het tuchtrecht dient er niet toe om deze vrijheid van de advocaat te beknotten. Deze vrijheid brengt evenwel niet mee dat de advocaat de belangen van de wederpartij van haar cliënte nodeloos en op ontoelaatbare wijze mag schaden.

4.2 De klachtonderdelen zullen hierna gezien de onderlinge samenhang gezamenlijk worden behandeld. 

4.3 De raad is van oordeel dat verweerster ten aanzien van de achtergrond van de betaling geen aanleiding had om aan te nemen dat deze niet in orde was. Voorts is de raad van oordeel dat er voor verweerster geen reden was de betaling te weigeren of deze terug te storten.

4.4 Het komt de raad voor dat het geschil tussen partijen civielrechtelijk van aard is. In feite draait het om de vraag of de broer van klaagster de rekening heeft voldaan in zijn hoedanigheid van executeur of niet. De raad van discipline is als tuchtorgaan niet de instantie die daarover een oordeel dient te geven.

4.5 De klacht is dan ook in al haar onderdelen ongegrond.

BESLISSING

De raad van discipline:

- verklaart de klacht in al haar onderdelen ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mr. H.B. de Regt, mr. M.W. Schüller,

mr. M.L.F.J. Schyns, mr. M.J. Westhoff, leden, bijgestaan door mr. H.J. Delhaas als griffier

en uitgesproken ter openbare zitting van 2 mei 2011.

 

voorzitter          griffier

 

Deze beslissing is in afschrift op 2 mei 2011 per aangetekende brief verzonden aan:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Van deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline door:

- klaagster

- verweerster

- de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

- de deken van de Nederlandse orde van advocaten

Het beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep

zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van

de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het Hof van Discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek.

Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076 – 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

d. Telefonische informatie

076 - 548 4607.