Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

21-11-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2224

Zaaknummer

M 50 - 2011

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

Dat verweerder het gerechtshof opzettelijk heeft misleid of van informatie heeft voorzien waarvan hij de onjuistheid kende, is niet komen vast te staan. Verweerder heeft ter staving van zijn standpunt foto's ter beschikking gesteld en daarmee het gerechtshof in staat gesteld zijn standpunt te controleren.

Inhoudsindicatie

Klacht ongegrond.

Uitspraak

 

M 50 – 2011

 

Raad van Discipline

in het ressort ’s-Hertogenbosch

 

 

Beslissing

 

inzake

 

de klacht van

 

mevrouw X.

 

verder te noemen: klaagster

 

tegen

 

de heer mr. Y.

kantoorhoudende te Z.

 

verder te noemen: verweerder

 

 

1. Verloop van de procedure

 

1.1               Bij brief van 3 maart 2011  heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het

arrondissement Maastricht de door klaagster ingediende klacht toegezonden aan de raad, samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.

 

1.2               De raad heeft voorts kennis genomen van de navolgende stukken:

 

-     een brief van verweerder d.d. 8 september 2011 met een zevental producties;

-          een faxbrief van klaagster d.d. 19 september 2011, inhoudende aanvullende stukken in de zaak, in totaal 18 pagina’s;

-          een brief van verweerder d.d. 20 september 2011, inhoudende verzet tegen de door klaagster buiten de termijn bij faxbrief van 19 september 2011 ingediende stukken.

 

1.3        De klacht is behandeld ter openbare zitting van de raad van 26 september 2011.

 

Klaagster en verweerder zijn ter zitting verschenen.

 

2. De feiten

 

2.1        Het volgende is komen vast te staan.

 

Verweerder heeft de ex-partner van klaagster bijgestaan in meerdere procedures die het gevolg zijn van de echtscheiding tussen partijen. In een alimentatieprocedure bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft verweerder, voorafgaand aan de comparitie tussen partijen, een foto aan het hof toegezonden van het belpaneel van de woning van klaagster.

 

In een verdelingsprocedure bij de rechtbank Den Haag heeft verweerder met betrekking tot een incassotraject gesteld

-  dat klaagster, zonder inhoudelijke reactie van de man af te wachten, de koper van de woning in Bocholtz heeft gedagvaard en hem dwangsommen heeft laten opleggen

- dat de man in die kwestie slechts beschikt over een brief van de klaagster aan de derde koper en de memorie van grieven

- dat zij desgevraagd steeds weer weigert om “klare wijn te schenken” over de resultaten van haar bemoeienissen die eveneens de man aangaan.

 

3. De klacht

 

3.1        De klacht luidt –zakelijk weergegeven- als volgt:

 

Verweerder bedient zich in de procedures namens zijn cliënt tegen klaagster van leugens.

 

Ter zitting heeft klaagster hieraan nog toegevoegd dat verweerder op onrechtmatige wijze het adres van klaagster in Duitsland heeft achterhaald.

 

4. Het verweer

 

4.1        Het standpunt van verweerder houdt in:

 

De in de procedure overgelegde foto van het belpaneel van de woning laat ruimte voor meerdere interpretaties. Hij  heeft naar aanleiding van informatie van cliënt, die de foto’s bij de woning van klaagster heeft gemaakt, in de procedure het standpunt ingenomen dat er twee deurbellen lijken te zijn maar dat de ene deurbel niet meer dan een verlicht naamplaatje is. Dat is wat zijn cliënt meende te hebben gezien. Klaagster heeft deze stelling ter zitting niet betwist.

 

Met betrekking tot het incassotraject heeft verweerder na november 2008 geen verificatoire bescheiden van klaagster meer ontvangen terwijl hij na die datum nog wel aantoonbaar om opheldering heeft gevraagd. Derhalve heeft hij het gerechtshof geen onjuiste informatie verstrekt.

 

Verweerder heeft voorts betwist dat hij het adres van klaagster in Duitsland op onrechtmatige wijze heeft achterhaald.

 

5. Beoordeling van de klacht

 

5.1     De raad stelt voorop dat de klacht het optreden betreft van de advocaat van de wederpartij. Bij beoordeling van een dergelijke klacht behoort er van te worden uitgegaan dat aan die advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem passend voorkomt. Deze vrijheid mag niet ten gunste van de tegenpartij worden beknot, tenzij diens belangen nodeloos en op ontoelaatbare wijze worden geschaad. Dit kan het geval zijn  indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of indien (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend. Met betrekking tot de onder (2) genoemde beperking moet voorts in het oog worden gehouden dat de advocaat de belangen van zijn cliënt dient te behartigen aan de hand van het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verschaft en dat hij in het algemeen mag afgaan op de juistheid van dat feitenmateriaal en slechts in uitzonderingsgevallen gehouden is de juistheid daarvan te verifiëren. De raad zal het optreden van verweerder aan de hand van deze maatstaf beoordelen.

 

5.2     Uit het dossier blijkt dat verweerder in de procedure bij het gerechtshof Den Bosch een foto heeft overgelegd van het belpaneel van klaagsters woning. Verweerder heeft gemotiveerd aangegeven waarom hij deze foto in de procedure heeft ingebracht: als in rechte zou komen vast te staan dat klaagster met een nieuwe partner samenleeft op hetzelfde adres, dan zou dat van invloed kunnen zijn  op de onderhoudsbijdrage van de man; de man had er dus belang bij die foto over te leggen en er zijn visie op te geven, aldus verweerder. Verweerder heeft voorts gesteld dat hij, bij het door hem ingenomen standpunt dat sprake is van “samenleven” en dat dit onder andere blijkt uit foto’s van het belpaneel, is uitgegaan van informatie die hem door zijn cliënt is verstrekt hetgeen in beginsel is toegestaan. Verweerder heeft de vrijheid om in het belang van zijn cliënt dat standpunt naar voren te brengen. Dat verweerder daarbij het gerechtshof opzettelijk heeft misleid of van  informatie heeft voorzien waarvan hij de onjuistheid kende, is niet komen vast te staan. Verweerder heeft ter staving van zijn standpunt foto’s ter beschikking gesteld en daarmee het hof in staat gesteld zijn standpunt te controleren. Het was vervolgens aan de advocaat van klaagster om aan te geven waarom de door verweerder namens zijn cliënt ingenomen stelling onjuist is. Het klachtonderdeel is derhalve ongegrond.

 

5.3     Verweerder heeft voorts in een procedure bij de rechtbank Den Haag –zakelijk weergegeven - gesteld dat zijn cliënt van klaagster onvoldoende informatie ontving over het betreffende  incassotraject. Op grond van het dossier en het verhandelde ter zitting kan feitelijk niet worden vastgesteld dat verweerder in die procedure een kennelijk onjuiste weergave van de feiten heeft gegeven. Daarbij neemt de raad in aanmerking dat klaagster zich in die procedure tegen die stelling heeft kunnen weren. Evenmin is komen vast te staan dat verweerder op onrechtmatige wijze het adres van klaagster heeft achterhaald. De raad acht de klacht op deze onderdelen derhalve eveneens ongegrond.

 

6. Beslissing

 

De raad verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond.

 

 

 

 

Aldus gegeven door mr. P.M. Knaapen, voorzitter, mrs. H.C.M. Schaeken, L.R.G.M. Spronken, L.J.G. de Haas, Th. Kremers, leden, in tegenwoordigheid van mr. A.M.T.A. Verhagen, plaatsvervangend griffier en uitgesproken in het openbaar op 21 november 2011.

 

 

 

 

Griffier                                                 voorzitter

 

 

Verzonden op: 22 november 2011

 

 

Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

 

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient Uw appelmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie, maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

 

De appelmemorie kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het Hof van Discipline:

Per post.

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

Bezorging.

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

Per fax.

Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

 

Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607.