Rechtspraak
Uitspraakdatum
31-10-2011
ECLI
ECLI:NL:TADRSHE:2011:YA2186
Zaaknummer
B67-2011
Inhoudsindicatie
Inhoudsindicatie
Doorbetaling aan cliënte van een door de wederpartij op de derdenrekening van een advocaat betaald alimentatiebedrag, waarvan de advocaat wist, althans moest weten dat deze niet verschuldigd was, tuchtrechtelijk verwijtbaar. Geen maatregel omdat verweerster deze tekortkoming – zij het laat – hersteld heeft.
Inhoudsindicatie
Klacht gegrond.
Inhoudsindicatie
Geen maatregel.
Uitspraak
B67-2011
Raad van Discipline
in het ressort ’s Hertogenbosch
Beslissing inzake de klacht van:
A
klager,
tegen:
B
verweerster,
gemachtigde: C
1 Verloop van de procedure
Bij brief van 24 maart 2011 heeft de Deken van de Orde van Advocaten in het arrondissement D de door klager op 13 juli 2010 ingediende klacht toegezonden aan de Raad samen met de in de inventarislijst genoemde stukken.
De Raad heeft voorts kennis genomen van de brief van klager van 9 augustus 2011 met bijlagen en de brief van de gemachtigde van verweerster van 18 augustus 2011.
De klacht is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 29 augustus 2011. Ter zitting is klager in persoon verschenen. Verweerster en haar gemachtigde zijn met kennisgeving niet verschenen.
2 De feiten
Vanaf september 2008 is klager verwikkeld geweest in een procedure over de verlaging van de door hem aan zijn ex-echtgenote te betalen partneralimentatie. Verweerster trad op voor klagers ex-echtgenote. Voor de nakoming van de betalingsverplichtingen van klager had verweerster loonbeslag doen leggen. Op 3 juni 2010 heeft het Hof ’s H in zijn eindbeschikking deze alimentatie verlaagd. Op 4 juni 2010 heeft de advocaat van klager deze beschikking gefaxt aan de deurwaarder, die het loonbeslag had gelegd. Vervolgens heeft de advocaat van klager op 15 juni 2010 van de deurwaarder een herberekening ontvangen van de vordering, alsmede de vermelding dat het beslag was opgeheven en dat er € 2.236,37 in depot stond bij de deurwaarder. Van dit depotbedrag heeft de deurwaarder abusievelijk nog € 1000,- betaald op de derdenrekening van verweerster, welk bedrag door haar is doorbetaald aan haar cliënte.
3 De klacht
De klacht bestaat uit de volgende onderdelen:
- verweerster heeft opzettelijk een niet verschuldigde alimentatiebetaling ten bedrage van
€ 1000,- doorbetaald aan haar cliënte;
- verweerster heeft te traag (pas na 16 dagen) het ten laste van klager gelegde loonbeslag doen opheffen.
Het tweede onderdeel van de klacht is door klager ter zitting ingetrokken.
4 Het verweer
Verweerster stelt zich op het standpunt dat aan haar cliënte door het hof geen terugbetalingsverplichting was opgelegd, zodat niets eraan in de weg stond het door haar van de deurwaarder ontvangen bedrag door te betalen aan haar cliënte.
5 Beoordeling van de klacht
De Raad stelt vast dat de beschikking van het hof dateert van 3 juni 2010 en uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. Aan de hand hiervan heeft de deurwaarder een berekening gemaakt van hetgeen op basis van de beschikking verschuldigd was, hetgeen betaald was en hetgeen was doorgeleid naar verweerster, met als uitkomst dat er nog een bedrag van € 2.236,73 zich nog in kas bij de deurwaarder bevond. Deze berekening is op 14 juni 2010 naar verweerster verzonden, waarna de deurwaarder op 15 juni 2010 aan verweerster een brief stuurt met het standaardbericht dat een bedrag van € 1.000,- zal worden overgemaakt. Deze berichtgeving was dermate tegenstrijdig dat het op de weg van verweerster had gelegen hierover bij de deurwaarder nader te informeren alvorens over te gaan tot een min of meer klakkeloze doorbetaling aan haar cliënte van het alsnog ontvangen bedrag van € 1.000,-. Het verweer van verweerster dat het hof geen terugbetalingsverplichting aan haar cliënte heeft opgelegd, gaat niet op nu het hof in zijn beschikking van 3 juni 2010 heeft overwogen:
“vanaf september 2009 heeft de man wederom partneralimentatie op de rekening van de deurwaarder gestort. Deze gelden zijn nog niet aan de vrouw uitgekeerd, zodat een terugbetaling daarvan door de vrouw niet kan worden gelast. Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat het verzoek van de man tot het opleggen van een terugbetalingsverplichting aan de vrouw in redelijkheid dient te worden afgewezen”.
De Raad oordeelt de klacht wat dit betreft gegrond.
Uit de door klager bij zijn nagekomen brief van 9 augustus 2011 gevoegde correspondentie maakt de Raad op dat verweerster op 26 juli 2011 opdracht heeft gegeven tot de doorbetaling van het bedrag van € 1.000,- aan de advocaat van klager en op 28 juli 2011 – zij het onder protest – opdracht heeft gegeven tot betaling van een bedrag van € 1.902,19 ter zake van kosten eveneens aan advocaat van klager. Nu hieruit blijkt dat enerzijds verweerster – zij het vrij laat – tot inkeer is gekomen wat betreft de juistheid van haar handelen en anderzijds klager inmiddels door haar schadeloos is gesteld, ziet de Raad geen reden aan de gegrondheid van de klacht een maatregel te verbinden.
6 De beslissing
De Raad verklaart de klacht gegrond zonder oplegging van een maatregel aan verweerster.
Aldus gegeven door mevr mr. M. I. J. Hegeman, voorzitter, mrs. mevr. J.C. van den Dries, mevr. E.J.P.J.M. Kneepkens, E.P.C.M. Teeuwen en J.F.E. Kikken, leden, in tegenwoordigheid van mr. C.M. van Lanschot, griffier, en in het openbaar uitgesproken op
31 oktober 2011.
griffier voorzitter
verzonden op: 1 november 2011.
Van deze beslissing kan binnen 30 dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.
De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiterlijk op de dertigste dag dient uw appelmemorie in het bezit t e zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appelmemorie , maar om tijdige ontvangst door de griffier van het Hof van Discipline. U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort. Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.
De appelmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline
Per post. Het postadres van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek. Bezorging. De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC te Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren. Per fax. Het faxnummer van het Hof van Discipline is : 076 – 5484608; tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.
Voor het inwinnen van informatie : het telefoonnummer van het Hof van Discipline is : 076 - 5484607