Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

06-06-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1734

Zaaknummer

10-276A

Inhoudsindicatie

 Overschrijding vrijheid van belangenbehartiging van cliënt door uitbrengen exploot aan klager, terwijl de opdracht tot tenuitvoerlegging volgens klager niet door dochter van klager is gegeven. klacht ongegrond.

Uitspraak

 RAAD VAN DISCIPLINE

in het ressort Amsterdam

 

BESLISSING d.d. 6 juni 2011

in de zaak 10-276 A

_________________________

De raad heeft het volgende overwogen en beslist naar aanleiding van de op 15 juli 2010 binnengekomen klacht van:

 

De heer mr.

k l a g e r

tegen:

Mevrouw mr.

v e r w e e r s t e r

 

1 Verloop van de procedure

1.1 Bij brief van 14 juli 2010, door de raad ontvangen op 15 juli 2010, heeft de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam de klacht ter kennis van de raad gebracht.

1.2 De klacht is behandeld ter zitting van 21 maart 2011 in aanwezigheid van klager en verweerster. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.

1.3 De raad heeft kennis genomen van de in paragraaf 1.1 genoemde brief van de deken aan de raad en van de stukken genummerd 1 t/m 14 genoemd in de bij deze brief gevoegde inventarislijst.

2 Klacht

2.1 De klacht van klager houdt samengevat en zakelijk weergegeven in, dat verweerder in strijd met art. 46 Advocatenwet heeft gehandeld door namens de dochter van klager op 28 december 2009 een exploit aan klager te laten uitbrengen, terwijl de opdracht tot tenuitvoerlegging niet door de dochter van klager zou zijn gegeven.

3 Feiten

Voor de beoordeling van de klacht kan, gelet op de stukken en hetgeen ter zitting is verklaard, van het volgende worden uitgegaan:

3.1 Klager is vijf jaar verwikkeld in een echtscheidingsprocedure en een daaruit voortvloeiende boedelscheiding. De belangen van zijn ex-echtgenote worden behartigd door verweerster.

3.2 Op 28 december 2009 heeft verweerster namens de – inmiddels – meerderjarige dochter van partijen een exploit doen uitgaan ter invordering van achterstallige alimentatie.

3.3 In dit kader heeft verweerster op 2 december 2009 telefonisch met de dochter van klager gesproken. Volgens verweerster heeft de dochter tijdens dit telefoongesprek toestemming gegeven het exploit mede namens haar uit te (doen) brengen. Klager betwist dit.

4 Beoordeling van de klacht

4.1 Het betreft een klacht tegen de advocaat van de wederpartij.

4.2 De raad stelt voorop dat, nu vaststaat dat het exploit d.d. 28 december 2009 aan klager is uitgebracht, klager hierdoor in zijn belang is getroffen, waardoor hij ontvankelijk is in zijn klacht.

4.3 Als uitgangspunt geldt dat de advocaat van de wederpartij een grote mate van vrijheid toekomt de belangen van zijn cliënt te behartigen op een wijze die hem goeddunkt. Het is immers de taak van de advocaat om partijdig te zijn. Niet de advocaat, maar in laatste instantie de rechter oordeelt onpartijdig over de stellingen van de cliënt. Die vrijheid van de advocaat is echter niet onbeperkt. Deze kan ondermeer ingeperkt worden, indien de advocaat (1) zich onnodig grievend uitlaat over de wederpartij, (2) feiten poneert waarvan hij weet of redelijkerwijs kan weten dat zij in strijd met de waarheid zijn, of (3) de advocaat (anderszins) bij de behartiging van de belangen van zijn cliënt de belangen van de wederpartij onnodig of onevenredig schaadt zonder dat daarmee een redelijk doel wordt gediend.

4.4 Het is komen vast te staan dat verweerster op 2 december 2009 telefonisch met de dochter van klager heeft gesproken. Volgens verweerster heeft de dochter ermee ingestemd dat de executie van de alimentatiebeschikking mede op haar verzoek zou plaatsvinden. Klager heeft van zijn dochter begrepen dat zij daar juist niet mee had ingestemd. Aangezien klager en verweerster van mening verschillen over de inhoud van het gesprek tussen verweerster en de dochter van klager en er geen reden is voor twijfel over de juistheid van de lezing die verweerster, die het gesprek ook zelf  heeft gevoerd, heeft gegeven, is niet voldoende aannemelijk gemaakt dat verweerster het exploot heeft laten uitbrengen zonder dat de dochter daarmee had ingestemd.

4.5 De klacht is derhalve ongegrond.

 

 

BESLISSING

De raad van discipline verklaart de klacht ongegrond.

Aldus gewezen door mr. H. Brouwer, voorzitter, mrs. P.W.M. Huisman, R.P.F. van der Mark, M.L.F.J. Schyns, D.J.S. Voorhoeve, leden, met bijstand van mr. S. Baks als griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 6 juni 2011.

 

voorzitter griffier

 

Deze beslissing is in afschrift op 6 juni 2011 per aangetekende brief verzonden aan:

 klager

 verweerster

 de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

 de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Van deze beslissing kan hoger beroep bij het hof van discipline worden ingesteld door:

 klager

 verweerster

 de deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam

 de deken van de Nederlandse orde van advocaten.

Het hoger beroep moet binnen een termijn van 30 dagen na verzending van de beslissing worden ingesteld door middel van indiening van een beroepschrift, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien. Het beroepschrift moet in zevenvoud worden ingediend tezamen met zes afschriften van de beslissing waarvan beroep.

De eerste dag van de termijn van 30 dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van de beslissing. Uiterlijk op de dertigste dag van die termijn moet het beroepschrift dus in het bezit zijn van de griffie van het hof van discipline. Verlenging van de termijn van 30 dagen is niet mogelijk.

Het beroepschrift kan op de volgende wijzen worden ingediend bij het hof van discipline:

Per post

Het postadres van de griffie van het hof van discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek;

Bezorging

De griffie van het hof van discipline is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren;

Per fax

Het faxnummer van het hof van discipline is 076 – 548 4608. Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken in het vereiste aantal per post te worden gezonden aan de griffie van het hof van discipline.

Voor telefonische informatie is de griffie van het hof van discipline bereikbaar onder telefoonnummer 076 - 548 4607.

* * * * *