Naar boven ↑

Rechtspraak

Uitspraakdatum

12-12-2011

ECLI

ECLI:NL:TADRSGR:2011:YA2263

Zaaknummer

R. 3742/11.144

Inhoudsindicatie

Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting kan niet worden vastgesteld dat de advocaat niets voor klager heeft gedaan en dat hij nooit beschikbaar was.

Inhoudsindicatie

Het feit dat niet de advocaat maar een kantoorgenoot voor klager is opgetreden op de zitting van 5 augustus 2010 kan niet leiden tot gegrondheid van de klacht nu niet is gebleken dat klager hierdoor in zijn belangen is geschaad.

Inhoudsindicatie

 

Inhoudsindicatie

De juistheid van de stelling van klager dat hij niet goed is geadviseerd dan wel niet heeft begrepen hetgeen ter zitting van 5 augustus 2010 is overeengekomen kan op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting niet worden vastgesteld.

Uitspraak

 

PROCEDUREVERLOOP

1.1 Op het dekenspreekuur van 11 april 2011 heeft klager een klacht ingediend tegen verweerder. Het door de Advocatenwet voorgeschreven onderzoek is verricht door de Deken van de Orde van Advocaten bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Het dossier is door de Raad ontvangen op 21 juni 2011.

1.2 De Raad heeft kennisgenomen van de stukken die op grond van het bepaalde in art. 49 lid 2 van de Advocatenwet, ter kantore van de griffier, ter inzage hebben gelegen.

1.3 De zaak is behandeld ter openbare zitting van de Raad van 10 oktober 2011.

Ter zitting zijn klager en verweerder verschenen.

 

FEITEN

2.1 Klager is vier jaar werkzaam geweest bij I.

2.2 Op enig moment is klager op staande voet ontslagen, nadat hij van ongewenste intimiteiten was beschuldigd.

2.3 Klager heeft zich hierop tot verweerder gewend.

2.4 Verweerder heeft naar aanleiding van dit ontslag op staande voet een kort geding aanhangig gemaakt bij de Voorzieningenrechter in de rechtbank ’s-Gravenhage.

2.5 Bij vonnis van 15 juni 2010 is de vordering van klager bij verstek toegewezen.

2.6 De werkgever van klager heeft vervolgens tegen dit vonnis verzet aangetekend en een verzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst met klager bij de rechtbank ‘s-Gravenhage ingediend.

2.7 Op 5 augustus 2010 heeft de behandeling ter zitting plaatsgevonden.

2.8 Een kantoorgenoot van verweerder, mr. B., heeft de zitting voor verweerder waargenomen vanwege diens vakantie.

2.9 Ter gelegenheid van de zitting is een schikking getroffen, waarbij de arbeidsovereenkomst is ontbonden per 6 augustus 2010 zonder vergoeding maar met behoudt van het recht op een WW-uitkering.

 

KLACHT

3. Klager verwijt verweerder dat hij niets voor hem heeft gedaan, dat hij nooit beschikbaar was en dat hij ook ter zitting van 5 augustus 2010 niet zelf is verschenen maar zich heeft laten vervangen door mr. B., advocaat te Rotterdam. Klager verwijt verweerder in het bijzonder dat hij hem niet goed heeft geadviseerd.

 

VERWEER

4. Verweerder heeft gesteld dat zijn toenmalig kantoorgenoot mr. B. de zitting voor hem op 5 augustus 2010 heeft waargenomen, omdat hij in die periode met vakantie was. Verweerder heeft gesteld dat hij na de vakantie van zijn voormalige kantoorgenoot B. heeft vernomen dat er ter gelegenheid van de zitting tussen partijen een regeling is getroffen, waarmee klager zich volledig kon verenigen. Verweerder heeft voorts gesteld dat zijn voormalig kantoorgenoot mr. B. hem heeft medegedeeld dat hij ter zitting aan de rechter heeft gevraagd om zich er persoonlijk van te vergewissen of klager kon instemmen met de getroffen schikking. Verweerder is er dan ook van uitgegaan dat klager op de zitting bij de rechter goed had begrepen wat de aard en inhoud van de regeling was. Verweerder heeft voorts gesteld dat de getroffen regeling voor klager in de gegeven omstandigheden gunstig was. Verweerder betwist dat hij niets voor klager zou hebben gedaan en/of onbereikbaar was.

  

BEOORDELING VAN DE KLACHT

5. Op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting kan niet worden vastgesteld dat verweerder niets voor klager heeft gedaan en dat hij nooit beschikbaar was. Dat niet verweerder maar mr. B. voor klager is opgetreden op de zitting van 5 augustus 2010 kan niet leiden tot gegrondheid van de klacht nu niet is gebleken dat verweerder door de waarneming, vanwege de vakantie van verweerder, in zijn belang is geschaad. Voor wat betreft het optreden van mr. B. ter zitting kan verweerder geen verwijt worden gemaakt. De juistheid van de stelling van klager dat hij niet goed is geadviseerd dan wel niet heeft begrepen hetgeen ter zitting van 5 augustus 2010 is overeengekomen kan op basis van de stukken en het verhandelde ter zitting niet worden vastgesteld. Evenmin kan worden vastgesteld dat verweerder terzake een verwijt kan worden gemaakt. De Raad verklaart de klacht ongegrond.

  

BESLISSING

6. De Raad van Discipline in het ressort 's-Gravenhage:

 - verklaart de klacht ongegrond.

 

Aldus gewezen door mr. A.F.L. Geerdes, voorzitter, mr. W.P. Brussaard,  mr. L.P.M. Eenens, mr. P.C.M. van Schijndel, mr. A.J.N. van Stigt, leden, en mr. M. Boender-Radder, griffier en uitgesproken ter openbare zitting van 12 december 2011.

 

griffier          voorzitter

 

 

 

 

Van deze beslissing kan met inachtneming van art. 56 Advocatenwet binnen dertig dagen na verzending van het afschrift hoger beroep worden ingesteld bij het Hof van Discipline.

De eerste dag van deze termijn van dertig dagen is de dag volgend op de dag van de verzending van het afschrift. Uiter¬lijk op de dertigste dag dient Uw appèlmemorie in het bezit te zijn van de griffier van het Hof van Discipline. Het gaat mitsdien niet om tijdige verzending van de appèlmemorie maar om tijdige ontvangst door de griffie van het Hof van Discipline.

U dient er rekening mee te houden dat verlenging van deze termijn niet tot de mogelijkheden behoort.

Beroep dient te worden ingesteld door middel van een memorie, waarin de gronden van het beroep zijn vermeld en van een motivering zijn voorzien.

De memorie dient in zevenvoud te worden ingediend en vergezeld te zijn van zes kopieën van de beslissing waartegen beroep wordt ingesteld.

De appèlmemorie kan op de volgende wijze worden ingediend bij het Hof van Discipline:

a. Per post

Het postadres van de griffie van het Hof van Discipline is: Postbus 132, 4840 AC Prinsenbeek.

b. Bezorging

De griffie is gevestigd aan het adres Markt 44, 4841 AC Prinsenbeek. Bezorging kan uitsluitend plaatsvinden op de gebruikelijke werkdagen tijdens de gebruikelijke kantooruren.

c. Per fax

Het faxnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484608.

Tegelijkertijd met de indiening per fax dienen de originele stukken per post te worden toegezonden aan de griffie van het Hof in het vereiste aantal.

Voor het inwinnen van informatie: het telefoonnummer van het Hof van Discipline is: 076-5484607.